Veroordelingen wegens het doden van café-eigenaar in zijn woning in Rotterdam definitief

21 april 2020

De veroordeling van 2 verdachten wegens het medeplegen van doodslag op een café-eigenaar in zijn woning in Rotterdam op 12 december 2014, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Op 12 december 2014 werd in zijn woning in Rotterdam het levenloze lichaam aangetroffen van de 56-jarige man. Na zijn dood werd met zijn pinpas behoorlijk veel geld van zijn bankrekening gehaald. Het gerechtshof veroordeelde de verdachten onder meer wegens het medeplegen van doodslag tot respectievelijk 13,5 en 11,5 jaar gevangenisstraf. Beide verdachten stelden beroep in cassatie in.

Cassatieklachten

De advocaten van de verdachten vragen de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. Zij hebben verschillende cassatieklachten naar voren gebracht.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad is van oordeel dat deze cassatieklachten niet slagen en heeft de klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat deze ongegrond zijn en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen. Met de uitspraak van de Hoge Raad zijn de veroordelingen definitief.

In verband met de duur van de procedure worden de opgelegde gevangenisstraffen 13 jaar en 4 maanden en 11 jaar en 4 maanden.