Prejudiciële vragen


Rechtbanken en gerechtshoven kunnen prejudiciële vragen stellen aan de Hoge Raad.

Een prejudiciële vraag is een rechtsvraag van een rechter aan de Hoge Raad over de uitleg van een rechtsregel. Daaraan kan behoefte bestaan als de Hoge Raad over die vraag niet eerder heeft beslist. Het gaat om vragen die zich voordoen in een concrete zaak die bij een rechtbank of gerechtshof in behandeling is.

De mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen is verbonden aan een aantal voorwaarden: zo moet een antwoord op deze vraag nodig zijn voor het nemen van een beslissing in een zaak. Bovendien moet dezelfde vraag aan de orde zijn in een groot aantal zaken.

Partijen en derden kunnen opmerkingen in een prejudiciële procedure bij de strafkamer en de belastingkamer digitaal indienen via het portaal van de Hoge Raad. In civiele zaken kunnen partijen, en derden na toestemming daarvoor, opmerkingen indienen bij de griffie van de Hoge Raad.

Het gerecht dat een prejudiciële vraag heeft gesteld, stuurt een afschrift van die beslissing toe aan de griffier van de Hoge Raad. In strafzaken geldt dit ook voor de in het procesreglement bedoelde bijlagen bij die beslissing, waarbij de stukken moeten worden verzonden ter attentie van de strafgriffie.

Griffiers van rechtbanken en gerechtshoven kunnen met behulp van het Griffieportaal digitaal stukken indienen in een prejudiciële procedure bij de strafkamer van de Hoge Raad. Meer informatie hierover vindt u op: het Griffieportaal van de Hoge Raad.