Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling tot levenslang wegens medeplegen liquidatie, pogingen tot moord en voorbereiding van een liquidatie kan in stand blijven

9 mei 2023

De veroordeling van een man tot levenslange gevangenisstraf wegens een moord en pogingen tot moord in de De Clercqstraat in Amsterdam op 13 mei 2015 en de voorbereiding van een liquidatie in 2017 kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Hofstee de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De verdenking

De verdachte is vervolgd voor betrokkenheid in de onderzoeken met de naam Geep en Baudette. Hij wordt er onder meer van verdacht op 13 mei 2015, samen met een tweede onbekend gebleven persoon, zich schuldig te hebben gemaakt aan een moord en pogingen tot moord op twee personen (onderzoek Geep). Het gerechtshof stelde vast dat de verdachte met een militair aanvalsgeweer een shishalounge in de De Clercqstraat is binnengegaan op zoek naar het doelwit van een liquidatie. Het doelwit werd daar niet aangetroffen. De verdachte is vervolgens de straat op gelopen en heeft daar een regen van kogels afgevuurd. Hij heeft daarbij meermalen in de richting van een jonge man geschoten. Toen het slachtoffer op de grond was gevallen, is de verdachte op hem toegelopen en heeft hij nog een aantal keren op hem geschoten. Het slachtoffer overleed ter plekke. Een aantal kogels heeft een passerende tram doorboord, twee daarvan vlakbij de plek waar de bestuurster en een trampassagier zaten. Door een wonder zijn er niet meer dodelijke slachtoffers gevallen. In het onderzoek Baudette staat de voorbereiding van een liquidatie in 2017 centraal. Daarbij was sprake van een langdurige voorbereiding met een professioneel karakter. Door tijdig ingrijpen van de politie is het bij een voorbereiding gebleven.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 25 jaar gevangenisstraf; het hof legde een levenslange gevangenisstraf op. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. Er zijn verschillende cassatieklachten ingediend waaronder een klacht over de bewezenverklaring van voorbedachte raad bij de moord en de pogingen daartoe (zaak Geep) en een klacht over de oplegging van de levenslange gevangenisstraf.

Advies AG

De AG is van mening dat deze cassatieklachten falen.

Voorbedachte raad
De verdediging is van mening dat uit de bewijsmiddelen die het hof heeft gebruikt niet kan worden afgeleid dat de verdachte heeft gehandeld met voorbedachte raad. De AG deelt dit standpunt niet. Het hof heeft onder meer vastgesteld dat de verdachte en zijn handlanger zwaarbewapend naar de shishalounge zijn gegaan en er al bij de voorbereiding op bedacht waren dat vuurwapengeweld tegen hen zou kunnen worden gebruikt, waarop zij met gebruik van hun wapens, waaronder het militaire aanvalsgeweer, zouden reageren. Bovendien omvatte het plan de mogelijkheid dat zo nodig op de drukke De Clercqstraat (met verzwaarde munitie) zou worden geschoten, terwijl de verdachte en zijn handlanger bij het aan komen rijden konden zien dat daar ook trams rijden. Onderdeel van het plan was volgens het hof dat zo nodig op deze drukke locatie geschoten zou worden met het aanvalsgeweer. De AG ziet daarin voldoende objectieve indicaties voor het bewijs van voorbedachte raad en het daadwerkelijk beraad dat daarin besloten ligt.

De strafmaat
Het hof motiveerde de oplegging van levenslange gevangenisstraf als volgt: “Er lijkt een samenhang te bestaan tussen de bewezen verklaarde feiten en de golf van geweld en liquidaties die de afgelopen jaren plaats heeft gevonden in een conflict tussen twee groeperingen in de onderwereld. Daarbij lijkt een mensenleven voor deze groeperingen van geen enkele waarde te zijn. Deze golf van liquidaties veroorzaakt grote onrust in de samenleving, temeer nu sprake is van niets ontziend en extreem vuurwapengeweld waarbij toevallige voorbijgangers ongewild betrokken raken.” Volgens de verdediging heeft het hof met de formulering dat er een samenhang lijkt te bestaan tussen de bewezenverklaarde feiten jegens de verdachte en de golf van geweld en liquidaties in de afgelopen jaren een speculatief element aan de oplegging van levenslang ten grondslag gelegd waardoor de motivering van de straf in afwijking van de strafeis van 27 jaar in hoger beroep ontoereikend/onbegrijpelijk is. De verdachte heeft zich niet kunnen verdedigen tegen deze speculatief aangenomen samenhang en daarmee zou sprake zijn van strijd met een ‘fair hearing’ als bedoeld in artikel 6 EVRM.

Daar is de AG het niet mee eens. Volgens hem heeft het hof de genoemde golf van geweld en andere liquidaties niet in de schoenen van de verdachte geschoven en ten grondslag gelegd aan de strafoplegging. Hij meent dat het hof de feiten waarvoor de verdachte is veroordeeld in een bredere maatschappelijke context heeft geplaatst om tot uitdrukking te brengen hoezeer dit soort kennelijk niemand ontziende liquidaties, waarbij toevallige voorbijgangers ongewild betrokken raken, tot maatschappelijke onrust leiden. Van schending van een ‘fair hearing’ als bedoeld in artikel 6 EVRM is wat de AG betreft dan ook geen sprake.

Ook de andere cassatieklachten slagen volgens de AG niet. De veroordeling en de opgelegde levenslange gevangenisstraf kunnen wat hem betreft dan ook in stand blijven.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 20 juni 2023.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2023:475