Advies AG aan Hoge Raad: overlijdensuitkering voor nabestaande MH17-slachtoffer belast

18 september 2020

De uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat de nabestaanden van een slachtoffer bij de MH17-ramp loonbelasting moeten betalen over een uitkering uit een ongevallenverzekering die door de werkgever van het slachtoffer was gesloten, kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Niessen de Hoge Raad in zijn conclusie die vandaag is gepubliceerd.

De zaak

De werkgever van een inzittende van de MH17 sloot voor zijn werknemer een ongevallenverzekering af. De werknemer kwam om bij de ramp met het vliegtuig. De nabestaanden van de werknemer ontvingen van de verzekeringsmaatschappij het verzekerde bedrag. De belastinginspecteur legde vervolgens aan de nabestaanden navorderingsaanslagen op. Hij was van mening dat de uitkering bij de nabestaanden belastbaar was als loon omdat de uitkering was genoten als opbrengst uit de dienstbetrekking van de overleden werknemer. De nabestaanden waren het daarmee niet eens en wendden zich tot de rechter. Het gerechtshof deelde de mening van de inspecteur. Eén van de nabestaanden stelde beroep in cassatie in bij de belastingkamer van de Hoge Raad.

Advies AG aan Hoge Raad

AG Niessen overweegt in zijn conclusie dat de werkgever de verzekering voor zijn werknemer afsloot ter uitvoering van een afspraak in de arbeidsovereenkomst. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is de uitkering dan belastbaar als loon uit dienstbetrekking. De advocaat-generaal is het daarom eens met het Hof Arnhem-Leeuwarden dat over de verzekeringsuitkering belasting moet worden betaald. De uitspraak van het Hof kan volgens de AG dan ook in stand blijven.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad wordt later dit jaar verwacht.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Uitspraak op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2020:758