Zoeken
De in het jaar 2017 ingegane wettelijke regeling van het belasten van spaargeld en overig vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting is in strijd met het ongestoord genot van eigendom en het discriminatieverbod in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
De wettelijke regeling houdt kort gezegd in dat, afhankelijk van de omvang van het vermogen, verondersteld wordt dat een deel van dat vermogen gespaard en een deel belegd wordt (de zogenoemde ‘vermogensmix’). Voor beide vermogenselementen is wettelijk vastgelegd welk rendement men geacht wordt daarmee te behalen (het forfait). Daarbij wordt geen rekening
gehouden met de werkelijke keuze van belastingplichtigen of het daadwerkelijke rendement. De Hoge Raad ziet zich genoodzaakt om adequate rechtsbescherming te bieden tegen de geconstateerde schending van fundamentele rechten. Vaststaat welk rendement de belanghebbende in deze zaak werkelijk heeft behaald. Dit is lager dan het op basis van de wet veronderstelde rendement. Daarom biedt de Hoge Raad rechtsherstel aan deze belastingplichtige door alleen over dat werkelijke rendement belasting te heffen.
De beschikking van de rechtbank tot het niet opheffen van het beslag op een gilet met ‘colors’ van motorclub Hells Angels, blijft niet in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. De Hoge Raad vindt de inbeslagneming van het gilet op grond van een gemeentelijke verordening in strijd met de vrijheid van meningsuiting die is vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet. Daarom moet de zaak terug naar de rechtbank om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld.
Het niet of slechts in geringe mate kunnen exploiteren van het gehuurde als gevolg van coronamaatregelen is een onvoorziene omstandigheid
De in de procesreglementen van de gerechtshoven opgenomen regels dat civiele processtukken in hoger beroep niet langer mogen zijn dan 25 pagina’s zijn toelaatbaar, omdat zij gebaseerd kunnen worden op de eisen van een behoorlijke rechtspleging. Die regels zijn niet in strijd met het recht op toegang tot de rechter of met het beginsel van hoor en wederhoor. De regels mogen echter niet bepalen dat een processtuk dat langer is dan 25 pagina’s in zijn geheel wordt geweigerd. Voor zo’n ingrijpende sanctie is een wettelijke basis vereist, maar die is er niet. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) De Bock de Hoge Raad in haar conclusie van vandaag.
De veroordeling door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van een man wegens een gewelddadige woningoverval waarbij een 86-jarige weduwe om het leven kwam kan in stand blijven. Dat is het advies dat advocaat-generaal (AG) Hofstee vandaag geeft aan de Hoge Raad.
De beslissing van de rechtbank, dat buitenlandse advocaten die in dienstbetrekking werkzaam zijn bij Shell in Nederland en die niet beschikken over een door Shell ondertekend professioneel statuut, zoals bedoeld in art. 5.12 Verordening op de advocatuur, geen verschoningsgerechtigden zijn in de zin van art. 218 Sv, kan niet in stand blijven omdat de rechtbank daarmee een onjuist toetsingskader heeft gehanteerd. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Spronken de Hoge Raad in haar conclusie van vandaag.
De Hoge Raad heeft vandaag het herzieningsverzoek in de zaak tegen de veroordeelde voor de moord op Louis Sévèke afgewezen. In een herzieningsprocedure kunnen nieuwe aanwijzingen (nova) voor de onjuistheid van een veroordeling, waar de rechter niet eerder mee bekend was, worden ingebracht. Bovendien moet het ernstige vermoeden bestaan dat de rechter tot een wezenlijk andere uitspraak zou zijn gekomen (bijvoorbeeld: geen veroordeling) als hij indertijd wél op de hoogte was geweest van deze nieuwe gegevens. De Hoge Raad vindt dat in deze zaak van zo’n novum geen sprake is.
De Hoge Raad heeft vandaag uitspraak gedaan naar aanleiding van prejudiciële vragen over de informatieverplichtingen van verzekeraars bij beleggingsverzekeringen.
De Hoge Raad heeft vandaag uitspraak gedaan in een zaak over een fiscale eenheid omzetbelasting en daarbij aanwijzingen gegeven hoe moet worden beoordeeld of twee ondernemers nauw genoeg met elkaar zijn verweven om zo’n fiscale eenheid te vormen Een fiscale eenheid is een groep nauw met elkaar verbonden ondernemers die voor de omzetbelasting als één belastingplichtige wordt behandeld. Goederenleveringen en diensten die door de leden van zo’n fiscale eenheid onderling worden verricht, worden niet belast met omzetbelasting.
De kantonrechter kan een arbeidsovereenkomst ontbinden wegens bedrijfseconomische omstandigheden als een werknemer zich ziek heeft gemeld tijdens of kort na de procedure bij het UWV waarin de werkgever om een ontslagvergunning heeft verzocht. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.