Zoeken
De veroordeling van een man tot vier maanden gevangenisstraf voor dood door schuld na GHB-gebruik door zijn toenmalige vriendin, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag bepaald.
De Hoge Raad heeft een herzieningsverzoek van Reinier Smit afgewezen. In het herzieningsverzoek wordt aangevoerd dat de reconstructie die de politie destijds heeft gemaakt van het alibi van Smit op onjuiste gegevens berust. In het herzieningsverzoek worden gegevens aangedragen over passagetijden van schepen door de sluis bij Gaarkeuken in het Starkenborghkanaal die dat alibi zouden ondersteunen. De enige bron voor dit alibi – te weten: de route die hij in zijn auto zou hebben gereden en waardoor hij geen tijd en gelegenheid zou hebben gehad voor het doden van zijn echtgenote en de brandstichting in de woning – is echter de verklaring van Smit zelf. Er zijn geen objectieve, controleerbare feiten die deze verklaring ondersteunen. Het hof dat hem veroordeelde heeft dan ook niet vastgesteld dat hij deze route inderdaad gereden heeft. Smit had tijd en gelegenheid om de betreffende misdrijven te plegen, zo oordeelde het hof. De gegevens over de passagetijden van schepen op de avond van de doodslag en de brand doen dus aan dat oordeel niets af.
Naar aanleiding van prejudiciële vragen die de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam aan de Hoge Raad heeft gesteld in een zaak over de tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen in consumentenzaken, heeft advocaat-generaal Valk vandaag advies uitgebracht. De prejudiciële vragen gaan, kort gezegd, over de toets die de rechter moet aanleggen als verlof wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis. De zaak waarin de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam de prejudiciële vragen heeft gesteld, betreft een verstekvonnis dat door een arbiter van de Stichting Arbitrage Rechtspraak Nederland is gewezen. Wanneer iemand in een procedure niet verschijnt, heet dat verstek.
Frans Langemeijer (1953) wordt plaatsvervangend procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden. De ministerraad heeft er vandaag op voorstel van minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie mee ingestemd hem voor te dragen voor benoeming.
De veroordeling van een verdachte tot 10 jaar gevangenisstraf wegens voorbereidingshandelingen voor moord en brandstichting, en verboden wapenbezit blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Het bij de aanhouding van de verdachte toegepaste geweld is in dit geval niet van invloed op de hoogte van de straf.
De behandeling van de zaak tegen één verdachte in de zogenoemde Posbankzaak moet over. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Bleichrodt de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. De zaak ten aanzien van de andere verdachte kan in zijn visie wel in stand blijven.
Op 31 december 2018 heeft advocaat-generaal Ettema conclusies uitgebracht in vijf zaken over de vermogensrendementsheffing in de inkomstenbelasting (box 3), waaronder proefprocedures in het kader van het massale bezwaar van spaarders tegen box 3. In de vijf procedures, die gaan over de jaren 2013 en 2014, staat de vraag centraal of de vermogensrendementsheffing op spaarsaldi op het niveau van de regelgeving in strijd is met het eigendomsrecht dat beschermd wordt door artikel 1, Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (artikel 1 EP).
De Hoge Raad oordeelt vandaag dat een gedwongen tongzoen niet langer geldt als verkrachting (art.242 Wetboek van strafrecht). Iemand dwingen tot een tongzoen blijft strafbaar maar zou vanaf nu onder een lichter wetsartikel kunnen worden gebracht. Zo bedraagt de maximale gevangenisstraf voor ‘feitelijke aanranding van de eerbaarheid’ (246 Sr) acht jaar tegenover twaalf jaar voor verkrachting.
Fortis heeft zich rondom de overname van ABN Amro schuldig gemaakt aan wanbeleid. Dat oordeelde de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam in 2012. Dit oordeel van de ondernemingskamer is nu definitief doordat de Hoge Raad het cassatieberoep van Fortis N.V. (tegenwoordig genaamd Ageas N.V.) vandaag heeft verworpen.
De Hoge Raad laat de veroordeling voor de moord op Milly Boele in stand. De verdachte werd voor moord, vrijheidsberoving, verkrachting en het wegmaken van het lichaam veroordeeld tot 18 jaar celstraf en tbs. Die veroordeling is nu definitief.