Zoeken - Zoekresultaten
Twee mannen hadden zich gewapend en gemaskerd in een gestolen auto met draaiende motor vlakbij een grenswisselkantoor opgesteld met de bedoeling om een werknemer van de bank te overvallen. Maar zij konden hun voornemen niet uitvoeren omdat de werknemer argwaan kreeg en de politie waarschuwde. Was sprake van een begin van uitvoering van de overval en daarmee sprake van een strafbare poging? Voor die vraag werd de Hoge Raad in 1987 gesteld.
Aankondiging twee onderzoeksrapporten in het kader van toezicht op het OM door de procureur-generaal bij de Hoge Raad
Namens de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad willigt advocaat-generaal (AG) Aben deels het verzoek tot nader onderzoek in van advocaten Knoops en Knoops in de zaak tegen een man, Joseph M. (hierna: M.), die tot levenslang is veroordeeld wegens oorlogsmisdrijven in Rwanda in 1994.
Hebben de tenlastelegging wegens rijden onder invloed in de ene zaak en de bewezenverklaring wegens openbare dronkenschap in een andere zaak betrekking op dezelfde (materiële) gedragingen? En, zo ja, is daarmee sprake van dubbele vervolging van de verdachte, wat verboden is verklaard in artikel 68 Wetboek van Strafrecht (ne bis in idem)? Deze vraag werd in 1961 aan de Hoge Raad voorgelegd in de zogenoemde zaak van de ‘Emmense bromfietser’.
Eerste zaak die aan de Hoge Raad is voorgelegd na de beantwoording door de Hoge Raad van prejudiciële vragen over Encrochat-data
De veroordelingen van twee verdachten wegens grootschalige beleggingsfraude kunnen in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Paridaens de Hoge Raad in haar conclusies van vandaag. Het gaat in deze zaken om een grootschalig piramidespel met investeringsproducten van Quality Investments.
Vanwege lacunes in de huidige strafrechtelijke wetgeving formuleert de Hoge Raad uitgangspunten voor de omgang met grote hoeveelheden gegevens die in het kader van de opsporing beschikbaar zijn gekomen, waarvan een deel vermoedelijk onder het verschoningsrecht van een geheimhouder valt. Ook beantwoordt de Hoge Raad prejudiciële vragen die het hof ‘s-Hertogenbosch heeft gesteld. Kern van deze uitspraak is dat de rechter-commissaris bij de omgang met deze gegevens een grotere rol krijgt.
De veroordelingen van drie verdachten wegens, kort gezegd, betrokkenheid bij het voorbereiden van een terroristische aanslag in Nederland en het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, kunnen in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Keulen de Hoge Raad in zijn conclusies van vandaag.
Op 2 april 2024 is het Jaarverslag over 2023 van de Hoge Raad gepubliceerd.
Met ingang van 1 mei 2024 start de Hoge Raad met het verplicht digitaal procederen in civiele prejudiciële procedures. De verplichting tot digitaal procederen vloeit voort uit het Besluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad dat op 1 mei 2024 in werking treedt en uit het per die datum gewijzigde procesreglement van de Hoge Raad.