Zoeken - Zoekresultaten
De tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf bij overtreding van voorwaarden die dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard is ook mogelijk als die straf nog niet onherroepelijk is. Dat heeft de Hoge Raad vandaag bepaald.
De Hoge Raad laat de veroordeling van Ronald P. in de zogenoemde Puttense moordzaak in stand.
In Nederland geldt het beginsel ‘geen straf zonder schuld’. Dat betekent dat zonder schuld niet een straf kan worden opgelegd. Maar dit betekent niet dat de mate van de schuld (verwijtbaarheid) ook zonder meer de hoogte van de straf bepaalt.
Met ingang van a.s. maandag 1 juni, wordt Vincent van den Brink (1966) de nieuwe voorzitter van de strafkamer van de Hoge Raad. Deze wisseling van het voorzitterschap loopt vooruit op het afscheid van de huidige voorzitter Willem van Schendel, die per 1 september 2020 met pensioen gaat. Van den Brink wordt met ingang van die datum ook vicepresident van de strafkamer.
De beslissing van de rechtbank van januari 2019 om de beslagen te handhaven in de zaak tegen de oprichter van Stichting Loterijverlies (hierna: Loterijverlies) en enkele aan hem gekoppelde BV’s blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De beslissing van de rechtbank van januari 2019 om de beslagen te handhaven in de zaak tegen de oprichter van Stichting Loterijverlies (hierna: Loterijverlies) en enkele aan hem gekoppelde BV’s kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Harteveld de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
Het strafvorderlijk beslag op een geldtransport van 19,5 miljoen euro vanuit Suriname, is terecht opgeheven wegens staatimmuniteit. Dat is de conclusie van advocaat-generaal Spronken in een zaak waarin de rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld over een klaagschrift dat was ingediend door (onder andere) de Centrale Bank van Suriname. De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van een geldzending uit Suriname die op 17 april 2018 op Schiphol in beslag was genomen en als eindbestemming Hongkong had. Volgens de rechtbank was het beslag in strijd met het internationaal publiekrecht (volkenrecht) gelegd. Dit oordeel is volgens advocaat-generaal (AG) Spronken juist zodat zij de Hoge Raad adviseert het cassatieberoep dat door het openbaar ministerie is ingesteld te verwerpen.