Banner Jaarverslag

Ton Hartlief, advocaat-generaal

"Ik heb altijd in de wetenschap gewerkt. Aan de universiteiten van Groningen, Maastricht, Leiden en uiteindelijk weer die van Maastricht. In 2016 ben ik advocaat-generaal geworden. Een overstap naar de Hoge Raad stond, als ik eerlijk ben, wel echt op mijn verlanglijstje, althans een overstap naar het parket bij de Hoge Raad. Als advocaat-generaal ben je namelijk nog steeds wetenschapper, zij het in een concrete zaak, zodat wat je adviseert er ook meteen toe doet. Een procedure is natuurlijk nooit vrijblijvend, zij gaat partijen ook niet in de koude kleren zitten en dat merk je ook als advocaat-generaal. Je bent onderdeel van de procedure en daarom soms ook mikpunt voor partijen. Je advies aan de Hoge Raad raakt partijen; ze reageren daar dan soms ook pittig op. In zo’n reactie, een Borgersbrief, is de boodschap, uiteraard keurig geformuleerd, vaak helder: ‘Dames en heren van de Hoge Raad, wat de advocaat-generaal schrijft is onjuist. Leg de conclusie dus aub naast u neer.’ Dat soort post was een nieuwe ervaring. Als wetenschapper krijg je natuurlijk best wel eens kritiek, maar men zegt niet snel dat je een dwaalweg volgt."

Bij Civiel wordt tijdens de procedure nog veel tussen partijen gewisseld. Gaat de feitenrechtspraak dan eigenlijk nog door?

"Nou, buiten het aan de orde stellen van rechtsvragen, is de ruimte voor partijen nogal beperkt. Maar onder de noemer van motiveringsklachten proberen partijen het debat soms nog voort te zetten, in de hoop dat de Hoge Raad daarop aanslaat en de zaak verwijst naar een ander hof."

Foto van Ton Hartlief

"Is er een mooiere baan dan deze?"

Met wie werk je samen?

"In mijn dagelijkse werk, gaat het vooral om de ‘WB-ers’. Ik werk samen met drie medewerkers van het wetenschappelijk bureau, alle drie talentvol. Met hen overleg ik, zowel apart, per email of telefoon, als, eens in de week, in teamverband. Elke WB-er is bij mij penvoerder in een zaak. Dat is hoe het bij mij gaat, andere advocaten-generaal werken weer op hun eigen manier. Ik heb nu drie zaken, dus eigenlijk drie potjes op het vuur staan en de medewerkers sturen hun inzichten in een concept naar mij toe en ik stuur dat dan weer terug met opmerkingen en suggesties of aanvullingen. En zo gaat het concept een aantal malen heen en weer, soms zelfs heel vaak. Zo groeien we, al pingpongend, toe naar het eindproduct: de conclusie. In deze manier van werken dragen de medewerkers dus best veel verantwoordelijkheid. Verder werk je als advocaat-generaal nogal solistisch, zeker wanneer je dat vergelijkt met het werk van de leden van de Raad. Ik vind dat juist mooi, dit past bij mij en mijn karakter. Ik mag graag zeggen hoe het zit en zou me liever, als het aankomt op een belangrijke keuze, niet steeds willen schikken naar de meerderheid. Als ik al raadsheer zou willen zijn, dan in een systeem met dissenting opinions, haha."

"Maar dit jaar heb ik een mooi staaltje van samenwerking meegemaakt in een prejudiciële procedure over medische aansprakelijkheid. De centrale vraag was of een door een patiënt aangesproken ziekenhuis of zijn aansprakelijkheidsverzekeraar zonder machtiging door de patiënt niet alleen een medisch adviseur maar ook een jurist naar het medisch dossier mag laten kijken. In de letselschadewereld was daar nogal wat onenigheid over. In overleg met de procureur-generaal en de plaatsvervangend procureur-generaal heb ik voorgesteld om een aantal vragen aan het veld te stellen om zo zicht te krijgen op de context waarin de centrale vraag speelt. Daartoe heb ik een aantal organisaties gericht aangeschreven en is tegelijkertijd op de website van de Hoge Raad de mogelijkheid geboden voor andere insprekers om input te leveren door een digitaal formulier in te vullen. De reacties kon ik goed verwerken in mijn conclusie. Deze vorm van inspraak was een experiment dat goed heeft uitgepakt. Bij het opzetten hebben de voor deze zaak verantwoordelijke WB-er en ik niet alleen overleg gevoerd met de procureur-generaal en de plaatsvervangend procureur-generaal, maar ook samengewerkt met de afdeling Automatisering in verband met de inrichting van de website en de beveiliging van de informatie en met Communicatie. Wat mij betreft mede daardoor een geslaagd project!"

Voor wie schrijf jij?

"Als advocaat-generaal schrijf je je advies natuurlijk in eerste instantie voor de Raad en voor partijen. Maar je weet, daar houd ik dan ook rekening mee, dat ook feitenrechters en wetenschappers vaak geïnteresseerde ‘meelezers’ zijn, die conclusies soms spellen. En een enkele keer zie ik zelfs studenten voor me. Een conclusie geeft niet alleen zicht op de zaak zelf, maar geeft ook context aan de rechtsvraag. Als het goed is, wordt zo ook duidelijk wat het al dan niet maatschappelijke belang is bij een antwoord op de rechtsvraag."

Als advocaat-generaal moet je maar afwachten wat de Raad met je advies doet. Volg je dat?

"Ja, natuurlijk! Met argusogen. Natuurlijk wil je weten wat de uitkomst is, je hebt zelf immers alles uit de zaak gehaald wat erin zit en je hoopt dan ook met je team dat je gevolgd wordt. Maar het is niet zo dat niet gevolgd worden altijd leidt tot chagrijn: soms moet ik na lezing van een uitspraak waarin de conclusie niet is gevolgd, ook gewoon bekennen dat de Raad het beter zag dan ik."

Is het werk zo leuk dat je het lang volhoudt?

"Zeker. Is er een mooiere baan dan deze?"