Banner Jaarverslag

In de verslagperiode is één verzoek tot aanwijzing van een gerecht voor de (mogelijke) vervolging en berechting van een rechter behandeld (artikel 510 Wetboek van Strafvordering).

Het verzoek betrof een rechter tegen wie aangifte was gedaan van (poging tot) overtreding van artikel 284 Wetboek van Strafrecht (dwang). De aangifte was gedaan door een advocaat die meende dat de betrokkene had geprobeerd - door te dreigen tegen die advocaat aangifte te doen van meineed - hem te dwingen zich terug te trekken uit de advocatuur. In de conclusie merkte de procureur-generaal op dat het verzoek was gedaan voordat was beoordeeld of sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. Dit staat niet in de weg aan toewijzing van het verzoek. Het parket bij het door de Hoge Raad aangewezen gerecht beoordeelt de haalbaarheid en de opportuniteit van de vervolging. De Hoge Raad wees in navolging van de conclusie de rechtbank Rotterdam aan (ECLI:NL:HR:2023:38).