De afgelopen zeven jaren neemt het aantal ingediende verzoeken tot nader onderzoek per jaar enigszins af in vergelijking met de jaren daarvoor. Na de invoering van de Wet herziening ten voordele op 1 oktober 2012 zijn in 2012 twee verzoeken tot nader onderzoek binnengekomen. De jaren erna betrof het de volgende aantallen: in 2013: elf; in 2014: negen; in 2015: acht; in 2016: zeven; in 2017: drie; in 2018: twee; in 2019: geen; in 2020: vier; in 2021: twee; in 2022: drie.
In 2023 zijn er geen verzoeken tot nader onderzoek binnengekomen.
Eerdere verzoeken
In 2023 waren er nog zeven verzoeken uit eerdere jaren in behandeling.
De ACAS (adviescommissie afgesloten strafzaken) heeft in 2022 geadviseerd twee verzoeken uit 2021 en een verzoek uit 2020 af te wijzen. Ten aanzien van het verzoek uit 2020 en een verzoek uit 2021 heeft de advocaat van de veroordeelde om een nadere reactietermijn op het advies verzocht. Ten aanzien van het andere verzoek uit 2021 heeft de ACAS in november 2022 advies uitgebracht. In het verslagjaar zijn de verzoeken, in navolging van het advies van de ACAS, afgewezen.
In drie verzoeken uit 2022 in met elkaar samenhangende zaken heeft de ACAS in 2023 advies uitgebracht. De verzoeken zijn overeenkomstig de adviezen van de ACAS in het verslagjaar toegewezen. De verzoeken betreffen telkens een veroordeling in 1995 tot een gevangenisstraf van 10 jaar wegens medeplegen van doodslag. Na toegewezen verzoeken tot herziening door de Hoge Raad, heeft het gerechtshof in 2015 de veroordelingen - kort gezegd - gehandhaafd. De Hoge Raad heeft de hiertegen ingestelde cassatieberoepen in 2017 verworpen.
Een verzoek uit 2018 dat betrekking heeft op een veroordeling in 2011 tot levenslang wegens oorlogsmisdrijven tijdens het gewapend conflict in Rwanda in 1994, is in 2018 naar de ACAS doorgestuurd voor advies. In het verslagjaar heeft de ACAS advies uitgebracht. Begin 2024 is het verzoek, in navolging van het advies van de ACAS, deels toegewezen. Lees hier meer.
Herziening ten nadele van de gewezen verdachte
De wet biedt ook de bijzondere mogelijkheid dat op aanvraag van het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie een onherroepelijke einduitspraak van de rechter in Nederland die vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging inhoudt ten nadele van de gewezen verdachte wordt herzien. Een dergelijke aanvraag heeft nog nooit tot een herziening ten nadele van de gewezen verdachte geleid. In 2023 is herziening ten nadele van een gewezen verdachte niet aan de orde geweest.
- Voorwoord
- Een zaak van begin tot eind
- Ashe Sahebdin, dossierbehandelaar
- Timon Tisseur, gerechtssecretaris
- Madhvi Ramparichan, wetenschappelijk medewerker
- Sanaz Kousedghi, wetenschappelijk medewerker
- Ton Hartlief, advocaat-generaal
- Annemarie ter Heide, raadsheer
- Rachel Prevoo, documentalist
- Hester Wattendorff en Edgar du Perron, persraadsheren
- De Hoge Raad
- Contacten met de wetgever
- Het parket bij de Hoge Raad
- Cassatie in het belang der wet
- Herziening
- Schorsing en ontslag van rechters
- Strafrechtelijke vervolging van bewindspersonen of Kamerleden
- Toezicht op het Openbaar Ministerie
- Toezicht verwerking persoonsgegevens gerechten en parket bij de Hoge Raad
- Externe klachtzaken
- Interne klachtzaken
- Aanwijzen ander gerecht
- Betekening van exploten
- Overige correspondentie
- Samenstelling parket 31-12-2023
- Bedrijfsvoering
- Annual report
- The Supreme Court
- The Civil Division
- The Criminal Division
- The Tax Division
- Law of the European Union
- The Fourth Division
- Internal complaint cases
- Contacts with the legislator
- The Procurator General’s Office at the Supreme Court
- Cassation in the interest of the law
- Review
- Supervision of the Public Prosecution Service (OM)
- Right of complaint (external authority)
- Other correspondence