Banner Jaarverslag

Klachten en overige correspondentie

De interne klachtenregeling van de Hoge Raad geeft iedereen het recht om bij de president van de Hoge Raad een klacht in te dienen over de wijze waarop de Hoge Raad, een lid van de Hoge Raad of de griffier van de Hoge Raad zich in een bepaalde aangelegenheid tegenover hem heeft gedragen. Er kan niet worden geklaagd over gedragingen waartegen een procedure bij een rechterlijke instantie openstaat of heeft opengestaan. Klachten kunnen ook niet gaan over een rechterlijke beslissing of de wijze van totstandkoming daarvan, met inbegrip van de in dat kader genomen procedurele beslissingen . Klachten die zijn gericht tegen gedragingen van waarnemend griffiers worden de griffier van de Hoge Raad toegerekend in die gevallen waarin het gaat om de uitoefening van bevoegdheden die de wet aan de griffier toekent. Ook deze klachten worden onder deze klachtenregeling behandeld.

Op grond van de klachtenregeling wordt jaarlijks een overzicht gepubliceerd van de geregistreerde en door de president behandelde en afgehandelde klachten.

Verslagperiode

In 2023 heeft de president op grond van de klachtenregeling vier klachten behandeld.

De eerste klacht ging over het handelen van een medewerker van de administratie van de sector strafrecht van de Hoge Raad. De klager schreef dat die medewerker hem niet wilde zeggen wie van de Hoge Raad op zijn beroep in cassatie uitspraak zou doen. Deze klacht is als gegrond aangemerkt. Op grond van het Protocol deelname aan behandeling en beraadslaging van de Hoge Raad der Nederlanden kon de klager een verzoek doen om de namen van de leden die zijn belast met de behandeling van zijn zaak mee te delen. Als het verzoek niet kon worden gedaan op de wijze waarop klager dat heeft gedaan, had dit aan hem kenbaar moeten worden gemaakt onder vermelding van de manier waarop hij dit verzoek wel kon doen. Als het verzoek wel op die wijze kon worden gedaan, had de gevraagde informatie aan de klager moeten worden verstrekt.

De tweede klacht richtte zich tegen een medewerker van de griffie van de Hoge Raad. De klager had in aanvulling op een door hem ingediend beroepschrift in cassatie een ontbrekende pagina nagezonden. Daarop ontving hij bericht van de medewerker dat de aanvulling was aangemerkt als aanvullende motivering en buiten de beroepstermijn was binnengekomen. Daarin kon de klager zich niet vinden. Omdat deze klacht betrekking had op een nog te nemen rechterlijke beslissing, is de klacht niet verder in behandeling genomen.

Het derde geval betrof een klager die diverse berichten aan de president en de waarnemend griffier schreef en de reacties op zijn berichten bij herhaling aangreep om een klacht in te dienen tegen degene die aandacht aan zijn berichten had besteed. Deze klachten zijn met toepassing van artikel 7.2 van de klachtenregeling niet in behandeling genomen, omdat het gewicht van de gedragingen waarover werd geklaagd – het besteden van aandacht aan en het beantwoorden van berichten van klager – kennelijk onvoldoende was.

De vierde klacht had betrekking op een brief van een waarnemend griffier. In deze brief werd de klager namens de voorzitter van de belastingkamer geïnformeerd over een beslissing van de belastingkamer op klagers verzoek om herziening. Deze klacht zag op een rechterlijke beslissing. De klacht is als kennelijk ongegrond aangemerkt.

Overige correspondentie

De Hoge Raad en de president van de Hoge Raad hebben ook in 2023 over uiteenlopende onderwerpen brieven en e-mails ontvangen. Sommigen wenden zich bijvoorbeeld tot de Hoge Raad of de president met een klacht omdat zij ontevreden zijn over een arrest van de Hoge Raad of over uitspraken van andere rechterlijke colleges. Ook worden klachten ontvangen over een beslissing of een reactie van de procureur-generaal bij de Hoge Raad in het kader van één van zijn bijzondere taken. Deze brieven en e-mails vallen niet binnen het bereik van de klachtenregeling en worden in de regel door de griffier van de Hoge Raad in die zin beantwoord.

Anderen brengen meer algemeen maatschappelijke onderwerpen en hun onvrede daarover of problemen en kwesties in hun persoonlijke situatie onder de aandacht van de Hoge Raad en/of de president. De griffier van de Hoge Raad handelt ook deze correspondentie af. In de meeste gevallen kan de Hoge Raad en/of de president niets voor de betrokkene betekenen. Waar mogelijk wordt verwezen naar andere instanties of juridische hulpverleners.

In 2023 is op de website van de Hoge Raad (op de pagina: Contact en bezoek) een mededeling geplaatst naar aanleiding van de omstandigheid dat sommige mensen aan de Hoge Raad formulieren sturen waarmee zij laten weten dat zij zelf willen bepalen of zij verplichtingen tegenover de overheid willen aanvaarden. Deze documenten worden niet toegestuurd in verband met een zaak die bij de Hoge Raad in behandeling is. Met deze documenten kan de Hoge Raad dan ook niets. Het is administratief niet mogelijk om dit individueel aan afzenders te laten weten. Deze documenten worden niet in behandeling genomen en niet beantwoord.