De Hoge Raad laat de vrijspraak van voormalige neuroloog Jansen (Steur) in stand. Eerder sprak het hof Jansen vrij omdat het hof niet bewezen vond dat hij zijn patiënten opzettelijk had mishandeld of hun gezondheid had benadeeld, met dood of zwaar lichamelijk letsel als gevolg. Het Openbaar Ministerie had tegen deze vrijspraak cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt opnieuw dat het hof het openbaar ministerie ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in de vervolging van de eigenaar van coffeeshop Checkpoint in Terneuzen.
Frans Langemeijer (1953) wordt plaatsvervangend procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden. De ministerraad heeft er vandaag op voorstel van minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie mee ingestemd hem voor te dragen voor benoeming.
De Hoge Raad heeft in de afgelopen anderhalf jaar een aantal arresten gewezen waaruit blijkt dat de Hoge Raad een strakkere grenslijn trekt tussen medeplegen aan de ene kant en medeplichtigheid aan de andere kant (HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474; HR 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:713/716/718).
De Hoge Raad heeft een herzieningsverzoek van Reinier Smit afgewezen. In het herzieningsverzoek wordt aangevoerd dat de reconstructie die de politie destijds heeft gemaakt van het alibi van Smit op onjuiste gegevens berust. In het herzieningsverzoek worden gegevens aangedragen over passagetijden van schepen door de sluis bij Gaarkeuken in het Starkenborghkanaal die dat alibi zouden ondersteunen. De enige bron voor dit alibi – te weten: de route die hij in zijn auto zou hebben gereden en waardoor hij geen tijd en gelegenheid zou hebben gehad voor het doden van zijn echtgenote en de brandstichting in de woning – is echter de verklaring van Smit zelf. Er zijn geen objectieve, controleerbare feiten die deze verklaring ondersteunen. Het hof dat hem veroordeelde heeft dan ook niet vastgesteld dat hij deze route inderdaad gereden heeft. Smit had tijd en gelegenheid om de betreffende misdrijven te plegen, zo oordeelde het hof. De gegevens over de passagetijden van schepen op de avond van de doodslag en de brand doen dus aan dat oordeel niets af.