Veroordeling voor woonbootoverval in Loenen aan de Vecht definitief

14 april 2020

De veroordeling van een man voor het samen met een ander plegen van een overval op een woonboot in Loenen aan de Vecht waar een 92-jarige vrouw slachtoffer van werd, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Het slachtoffer werd op 21 november 2016 omstreeks 04.00 uur ’s nachts wakker, waarna ze opstond en oog in oog kwam te staan met twee gemaskerde mannen, waaronder de verdachte in kwestie. De twee verdachten beschikten over een sleutel van de voordeur. De verdachte schold de vrouw uit en beide mannen namen pinpassen en spullen van waarde mee.

Zowel de rechtbank als het hof kwam tot een veroordeling van de verdachte wegens onder meer diefstal met bedreiging met geweld en legde een gevangenisstraf op van 5 jaar en 6 maanden. De verdachte stelde beroep in cassatie in. De medeverdachte is inmiddels onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Cassatieklachten

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. Hij vindt onder meer dat de diefstal met bedreiging met geweld door het hof onvoldoende is beargumenteerd. De door de verdachte uitgesproken (scheld)woorden en het door de verdachte vragen naar de pincode zouden niet kunnen leiden tot de conclusie dat sprake is van diefstal met bedreiging met geweld.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad is van oordeel dat deze cassatieklachten niet slagen en heeft de klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat deze ongegrond zijn en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen.

In verband met de duur van de procedure wordt de opgelegde gevangenisstraf 5 jaar en 4 maanden.

Uitspraak op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2020:657