Zoeken
Strafrechtelijke vervolging van een gemeente is mogelijk wanneer het gaat om strafbare feiten die het gevolg zijn van het niet voldoende onderhouden van wegen. Dat heeft de Hoge Raad vandaag bepaald naar aanleiding van een cassatie in het belang der wet.
De Hoge Raad heeft in de afgelopen anderhalf jaar een aantal arresten gewezen waaruit blijkt dat de Hoge Raad een strakkere grenslijn trekt tussen medeplegen aan de ene kant en medeplichtigheid aan de andere kant (HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474; HR 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:713/716/718).
Eerste jaaroverzicht Commissie rechtseenheid bestuursrecht
Vandaag (18 februari 2019) hebben de vier hoogste bestuursrechters het eerste jaaroverzicht van de Commissie rechtseenheid bestuursrecht gepubliceerd. In het jaaroverzicht licht de commissie haar werkzaamheden van het afgelopen jaar toe. De commissie heeft zich in 2018 over verschillende bestuursrechtelijke onderwerpen gebogen.
“Als hoogste rechter op het gebied van burgerlijk -, straf- en belastingrecht beoordeelt de Hoge Raad zaken niet helemaal opnieuw. Hij concentreert zich op de juridische kant van de zaken en stelt niet opnieuw de feiten vast. De Hoge Raad stimuleert dat het recht in het hele land op dezelfde manier wordt uitgelegd. En via zijn uitleg van juridische regels kan de Hoge Raad ook het recht verduidelijken en verder ontwikkelen. Rechtsontwikkeling heet dat of ook wel rechtsvorming. Zo neemt de Hoge Raad vaak beslissingen die niet alleen de rechten van de partijen in dat proces beschermen, maar ook aan veel meer mensen de richting wijzen op juridisch gebied.”
In acht zogenoemde Klimop-zaken blijven de veroordelingen in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Ook oordeelde de Hoge Raad dat een tweetal zaken waarin een BV werd vrijgesproken opnieuw door het hof moeten worden behandeld.
De veroordeling van een man tot vier maanden gevangenisstraf voor dood door schuld na GHB-gebruik door zijn toenmalige vriendin, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag bepaald.
De Hoge Raad heeft een herzieningsverzoek van Reinier Smit afgewezen. In het herzieningsverzoek wordt aangevoerd dat de reconstructie die de politie destijds heeft gemaakt van het alibi van Smit op onjuiste gegevens berust. In het herzieningsverzoek worden gegevens aangedragen over passagetijden van schepen door de sluis bij Gaarkeuken in het Starkenborghkanaal die dat alibi zouden ondersteunen. De enige bron voor dit alibi – te weten: de route die hij in zijn auto zou hebben gereden en waardoor hij geen tijd en gelegenheid zou hebben gehad voor het doden van zijn echtgenote en de brandstichting in de woning – is echter de verklaring van Smit zelf. Er zijn geen objectieve, controleerbare feiten die deze verklaring ondersteunen. Het hof dat hem veroordeelde heeft dan ook niet vastgesteld dat hij deze route inderdaad gereden heeft. Smit had tijd en gelegenheid om de betreffende misdrijven te plegen, zo oordeelde het hof. De gegevens over de passagetijden van schepen op de avond van de doodslag en de brand doen dus aan dat oordeel niets af.
Naar aanleiding van prejudiciële vragen die de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam aan de Hoge Raad heeft gesteld in een zaak over de tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen in consumentenzaken, heeft advocaat-generaal Valk vandaag advies uitgebracht. De prejudiciële vragen gaan, kort gezegd, over de toets die de rechter moet aanleggen als verlof wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis. De zaak waarin de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam de prejudiciële vragen heeft gesteld, betreft een verstekvonnis dat door een arbiter van de Stichting Arbitrage Rechtspraak Nederland is gewezen. Wanneer iemand in een procedure niet verschijnt, heet dat verstek.
Frans Langemeijer (1953) wordt plaatsvervangend procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden. De ministerraad heeft er vandaag op voorstel van minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie mee ingestemd hem voor te dragen voor benoeming.
De veroordeling van een verdachte tot 10 jaar gevangenisstraf wegens voorbereidingshandelingen voor moord en brandstichting, en verboden wapenbezit blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Het bij de aanhouding van de verdachte toegepaste geweld is in dit geval niet van invloed op de hoogte van de straf.