Nabestaanden Mitch Henriquez kunnen niet terecht bij civiele rechter voor namen agenten

28 september 2018

De nabestaanden van Mitch Henriquez kunnen de namen van de agenten die betrokken waren bij zijn aanhouding alleen aan de strafrechter vragen aangezien zij die namen uitsluitend hebben gevraagd met het oog op het strafproces. Zij kunnen hiervoor dus niet terecht bij de civiele rechter. Dat heeft de Hoge Raad vandaag beslist.

Mitch Henriquez werd tijdens een muziekfestival in Den Haag aangehouden door vijf politieagenten. Hij overleed een dag later. Het OM vervolgde twee van de vijf agenten. In het strafproces worden de namen van de betrokken agenten geheim gehouden omdat de veiligheid van de betrokken agenten dat noodzakelijk maakt.

De nabestaanden van Henriquez maken in het strafproces gebruik van hun slachtofferrechten. Zij hebben de rechter verzocht de namen van de agenten aan hen mee te delen omdat zij anders hun slachtofferrechten niet goed zouden kunnen uitoefenen. De strafrechter heeft dit verzoek afgewezen. Daarop hebben de nabestaanden een kort geding aangespannen tegen de Staat. Zij vorderden dat de Staat de namen van de agenten – in weerwil van de beslissing van de strafrechter – alsnog aan hen bekend maakt zodat zij hun slachtofferrechten in het strafproces goed kunnen uitoefenen. De kortgedingrechter en het Hof hebben deze vordering afgewezen.

Met de uitspraak van de Hoge Raad van vandaag is die beslissing dus in stand gebleven.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2018:1806