Zoeken - Zoekresultaten
Vanaf 1 maart 2016 is de Hoge Raad der Nederlanden gevestigd aan het Korte Voorhout 8 in Den Haag. De nieuwbouw vervangt de huidige huisvesting aan de Kazernestraat 52, het Lange Voorhout 7 en 34 in Den Haag. Door de huisvesting in één pand kan efficiënter worden gewerkt.
“De Hoge Raad neemt als hoogste rechter beslissingen in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken. Dat zijn beslissingen in individuele zaken. Maar de taak van de hoogste rechter gaat verder. Hij heeft ook de uitdrukkelijke taak om te zorgen voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling in ons land. Maatschappelijk is dat een belangrijke taak. Op die manier kan de Hoge Raad niet alleen bescherming bieden aan partijen die een zaak aan hem voorleggen. Hij kan daarmee aan veel meer mensen de richting wijzen op juridisch gebied, duidelijkheid bieden hoe de wet moet worden uitgelegd. Het bijdragen aan de rechtsontwikkeling is tegenwoordig de kerntaak van de Hoge Raad.”
“Als hoogste rechter op het gebied van burgerlijk -, straf- en belastingrecht beoordeelt de Hoge Raad zaken niet helemaal opnieuw. Hij concentreert zich op de juridische kant van de zaken en stelt niet opnieuw de feiten vast. De Hoge Raad stimuleert dat het recht in het hele land op dezelfde manier wordt uitgelegd. En via zijn uitleg van juridische regels kan de Hoge Raad ook het recht verduidelijken en verder ontwikkelen. Rechtsontwikkeling heet dat of ook wel rechtsvorming. Zo neemt de Hoge Raad vaak beslissingen die niet alleen de rechten van de partijen in dat proces beschermen, maar ook aan veel meer mensen de richting wijzen op juridisch gebied.”
De veroordeling van een verdachte wegens het doden van een man op 1 oktober 2019 op een parkeerplaats bij tuinpark ‘Nieuw Vredelust’ in Duivendrecht blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Wel moet de zaak op het punt van de strafoplegging en schadevergoeding opnieuw door het gerechtshof worden beoordeeld.
De veroordeling van een verdachte wegens de moord op zijn zakenpartner in Alphen aan den Rijn op 3 augustus 2018 blijft in stand. Wel moet de zaak op het punt van de schadevergoeding opnieuw worden behandeld. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
Omvat de term ‘veroordeeld wegens misdrijf’ in de Landsverordening integriteit (kandidaat-)ministers van het land Curaçao (hierna: Lvim) ook een schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel (een zogenoemd rechterlijk pardon)? De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend in een uitspraak van vandaag naar aanleiding van een vordering tot cassatie in het belang der wet.
De beslissing in een rechtszaak tussen een advocaat en een voormalig rechter over de onrechtmatigheid van een eerdere civiele procedure in de periode 2004–2009 blijft in stand. Dat geldt ook voor de beslissing dat een uitlating in een brief van de Raad voor de rechtspraak aan een Tweede Kamerlid over deze kwestie onrechtmatig was. De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat het hof bij zijn beslissingen geen rechtsregels heeft geschonden en die beslissingen voldoende heeft gemotiveerd. Daarmee staat onherroepelijk vast dat de voormalig rechter en de Staat onrechtmatig hebben gehandeld jegens de advocaat en aansprakelijk zijn voor de geleden schade. De hoogte van de schadevergoeding moet nog door het gerechtshof worden vastgesteld.
In totaal al bijna 700 ‘oude’ arresten online te vinden
De beperkingen die in de procesreglementen van de gerechtshoven worden gesteld aan de omvang van civiele processtukken in hoger beroep zijn toelaatbaar. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. De regels zijn niet in strijd met het recht op toegang tot de rechter of met het beginsel van hoor en wederhoor. Uit de bevoegdheid de regels te stellen vloeit voort dat de gerechtshoven de regels kunnen handhaven door processtukken te weigeren die niet voldoen aan de regels. Dat geldt ook als de weigering leidt tot niet-ontvankelijkheid van de partij die hoger beroep heeft ingesteld.
Hoge Raad: lagere vergoeding voor kosten in bezwaarfase belastingzaken blijft buiten toepassing vanwege mogelijk discriminerend onderscheid met andere bestuursrechtelijke zaken