Zoeken - Zoekresultaten
De tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf bij overtreding van voorwaarden die dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard is ook mogelijk als die straf nog niet onherroepelijk is. Dat heeft de Hoge Raad vandaag bepaald.
In Nederland geldt het beginsel ‘geen straf zonder schuld’. Dat betekent dat zonder schuld niet een straf kan worden opgelegd. Maar dit betekent niet dat de mate van de schuld (verwijtbaarheid) ook zonder meer de hoogte van de straf bepaalt.
De Hoge Raad laat de veroordeling van Ronald P. in de zogenoemde Puttense moordzaak in stand.
De veroordeling van een boer uit Zutphen voor twee bedreigingen in november 2019 en in januari 2020 kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Hofstee de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
Met ingang van a.s. maandag 1 juni, wordt Vincent van den Brink (1966) de nieuwe voorzitter van de strafkamer van de Hoge Raad. Deze wisseling van het voorzitterschap loopt vooruit op het afscheid van de huidige voorzitter Willem van Schendel, die per 1 september 2020 met pensioen gaat. Van den Brink wordt met ingang van die datum ook vicepresident van de strafkamer.
Het strafvorderlijk beslag op een geldtransport van 19,5 miljoen euro vanuit Suriname, is terecht opgeheven wegens staatimmuniteit. Dat is de conclusie van advocaat-generaal Spronken in een zaak waarin de rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld over een klaagschrift dat was ingediend door (onder andere) de Centrale Bank van Suriname. De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van een geldzending uit Suriname die op 17 april 2018 op Schiphol in beslag was genomen en als eindbestemming Hongkong had. Volgens de rechtbank was het beslag in strijd met het internationaal publiekrecht (volkenrecht) gelegd. Dit oordeel is volgens advocaat-generaal (AG) Spronken juist zodat zij de Hoge Raad adviseert het cassatieberoep dat door het openbaar ministerie is ingesteld te verwerpen.
De procureur-generaal bij de Hoge Raad, Jos Silvis, adviseert de regering geen strafrechtelijk opsporingsonderzoek te laten verrichten naar aanleiding van een aangifte tegen ministers en staatssecretarissen in de Toeslagenaffaire kinderopvang. Dat is de uitkomst van een door hem uitgevoerd oriënterend onderzoek gericht op de vraag of er aanknopingspunten zijn voor een opsporingsonderzoek.