De Hoge Raad heeft vandaag uitspraak gedaan naar aanleiding van prejudiciële vragen van de rechtbank Zeeland-West Brabant over de invulling van het begrip ‘in wezen nieuwbouw’ voor de omzetbelasting.
De veroordelingen van twee verdachten uit Utrecht wegens de financiering van terrorisme blijven niet in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. De zaken worden teruggewezen naar het gerechtshof om opnieuw te worden behandeld.
Het gebruik van een onjuiste tekst bij de beëdiging van een aantal raadsheren en raadsheren-plaatsvervanger in het gerechtshof ’s-Hertogenbosch leidt niet tot vernietiging van de uitspraken in de zaken die deze raadsheren (mee) hebben behandeld en beslist. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld n.a.v. twee vorderingen tot cassatie in het belang der wet; één in een strafzaak en één in een belastingzaak.