Veroordelingen van broers wegens betrokkenheid bij schietpartij in woonwijk Rosmalen blijven in stand

13 juni 2023

De veroordelingen van twee broers wegens hun betrokkenheid bij een schietpartij in een woonwijk in Rosmalen blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

De broers reden in juli 2019 met hun auto naar een woonwijk in Rosmalen waar een man woonde die zij zochten. Toen ze hem zagen, vuurde één van de broers vanuit de auto een schot af in zijn richting. De man vluchtte daarop een brandgang in. De bestuurder reed vervolgens tot voor de ingang van de brandgang, waarna de schutter nogmaals een schot afvuurde richting de vluchtende man. Die man zou op zijn beurt als waarschuwing in de lucht hebben geschoten. De broers gingen er vervolgens vandoor. Bij de schietpartij raakte niemand gewond.

Het gerechtshof veroordeelde de broers wegens het medeplegen van een poging tot moord en verboden wapenbezit tot een gevangenisstraf van tien jaar en zes maanden. De broers stelden van deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaten van de broers vroegen de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. De cassatieklachten waren onder meer gericht tegen de bewezenverklaarde poging tot moord met name waar het gaat om het onderdeel ‘voorbedachte raad’.

Advies advocaat-generaal (AG)

De AG adviseerde Hoge Raad op 13 april jl. de veroordelingen en de opgelegde gevangenisstraffen in stand te laten. Hij was van mening dat het hof op basis van zijn vaststellingen in dit geval heeft kunnen komen tot een bewezenverklaring van voorbedachte raad en daarmee van poging moord en dat het hof dit ook begrijpelijk heeft gemotiveerd.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten niet slagen. Hij heeft deze klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat ze niet tot vernietiging kunnen leiden en geen juridische belangrijke nieuwe vragen oproepen.

Met het oordeel van de Hoge Raad zijn de veroordelingen en de opgelegde gevangenisstraffen definitief.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2023:879

ECLI:NL:HR:2023:878