Zoeken
De veroordeling van een man voor de verkrachting en het doden van de 15-jarige Nicole van den Hurk uit Eindhoven in 1995, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De veroordelingen van een bedrijf dat zich bezighoudt met het mixen en pompen van mest en de bestuurder van dit bedrijf wegens strafbare feiten in verband met een dodelijk ongeluk bij het schoonmaken van een mestsilo in Makkinga in 2013, blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De veroordeling van een man in de zaak die bekend staat als de dubbele ‘moord’ in Groningen in januari 2013 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De veroordeling van een man wegens betrokkenheid bij een fataal schietincident in een hotel in Zeist in juni 2015 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 18 juni 2019 met betrekking tot de verbodenverklaring en ontbinding van Satudarah MC (daaronder begrepen de chapters en de support clubs Saudarah en Supportcrew 999) kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Assink de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
De veroordeling voor smaad door publicatie van een omstreden boek rond de moord op Marianne Vaatstra blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
Met ingang van a.s. maandag 1 juni, wordt Vincent van den Brink (1966) de nieuwe voorzitter van de strafkamer van de Hoge Raad. Deze wisseling van het voorzitterschap loopt vooruit op het afscheid van de huidige voorzitter Willem van Schendel, die per 1 september 2020 met pensioen gaat. Van den Brink wordt met ingang van die datum ook vicepresident van de strafkamer.
De veroordeling van een man uit Rotterdam wegens de moord op Koen Everink en de diefstal van een zeer kostbaar horloge van hem, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De veroordeling van een man wegens het plegen van een dubbele ‘moord’ in Groningen in januari 2013 kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Vegter de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij beschikking van 4 oktober 2019 prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld over de vraag of, en zo ja onder welke eventuele voorwaarden, de Handelsnaamwet bescherming verleent aan handelsnamen die (in meer of mindere mate) beschrijvend zijn of onderscheidend vermogen missen. Deze zaak is bij de Hoge Raad bekend onder zaaknummer 19/04586 (DOC Dairy Partners B.V./Dairy Partners Limited).