Zoeken - Zoekresultaten
De veroordeling van een verdachte wegens onder meer het medeplegen van brandstichting bij het Telegraafgebouw op 26 juni 2018 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De Hoge Raad stelde in zijn uitspraak van 5 april 2022 (ECLI:NL:HR:2022:475) drie prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU). Die vragen gingen over Richtlijn 2002/58/EG en over het (voor strafvorderlijke doeleinden) verlenen van toegang aan overheidsinstanties tot bij aanbieders van communicatiediensten opgeslagen verkeers- en locatiegegevens (waaronder identificerende gegevens) van gebruikers van die communicatiediensten. In deze uitspraak heeft de Hoge Raad, in afwachting van de beantwoording van de vragen door het HvJEU, een voorlopig beslissingskader voor dit soort kwesties opgesteld.
De beperkingen in de proceskostenvergoedingen die per 1 januari 2024 zijn ingevoerd in zaken over verkeersboetes die zijn opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV, of ook wel: de Wet Mulder), zijn toelaatbaar.
In drie uitspraken van vandaag gaat de Hoge Raad in op gevallen waarin de verdediging pas bij de inhoudelijke behandeling van de zaak op zitting verzoekt een getuige te horen, terwijl de verdediging al in een eerder stadium van de procedure de mogelijkheid heeft gehad zo’n verzoek te doen.
Advocaat-generaal (AG) Van Wees heeft vandaag een conclusie genomen in de cassatieprocedure naar aanleiding van inbeslaggenomen geluidsbestanden van gesprekken die door Peter R. de Vries zijn gevoerd met onder andere twee (toenmalige) advocaten. De rechtbank oordeelde dat het Openbaar Ministerie (OM) een aantal fragmenten van die geluidsbestanden mag gebruiken in de strafzaak tegen een van de twee advocaten. Tegen die beslissing is door de twee advocaten cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.