Veroordelingen en opgelegde gevangenisstraffen voor medeplegen moord op advocaat Wiersum blijven in stand

16 april 2024

De veroordelingen en de opgelegde gevangenisstraffen van de twee uitvoerders wegens het medeplegen van de moord op advocaat Wiersum in 2019 blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. De mannen zijn door het hof veroordeeld tot 30 jaar gevangenisstraf.

De zaak

Op 18 september 2019 is advocaat Derk Wiersum op straat, in de nabijheid van zijn woning in Amsterdam doodgeschoten. Twee verdachten zijn door het OM vervolgd wegens het voorbereiden en uitvoeren van de moord.
Het hof heeft geoordeeld dat sprake was van een nauwgezet voorbereid plan om het slachtoffer om het leven te brengen, waarbij de verdachten tegen betaling de (huur)moord samen hebben voorbereid en gepleegd. Als onderdeel van dat plan hebben de verdachten volgens het hof eerst wekenlang samen de woonomgeving van het slachtoffer verkend. Op de dag van de moord heeft een van hen opgetreden als schutter en de ander als bestuurder van de vluchtauto. Beide verdachten hebben tijdens hun berechting ontkend deze moord te hebben gepleegd.

Het hof veroordeelde de verdachten wegens het medeplegen van moord tot gevangenisstraffen van 30 jaar. Daarbij heeft het hof onder meer gewezen op de in de samenleving ontstane ontzetting die is veroorzaakt omdat met de moord de advocaat van een ‘kroongetuige’ in het Marengoproces om het leven is gebracht.

Tegen deze uitspraken stelden de verdachten beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaten van de verdachten vroegen de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. In beide zaken zijn onder meer verschillende klachten over het door het hof gebruikte bewijs naar voren gebracht. Verder vonden de advocaten dat het hof bij de strafbepaling ten onrechte in strafverzwarende zin heeft meegewogen dat het slachtoffer een advocaat betreft. Ook vonden ze het oordeel van het hof onbegrijpelijk dat de media-aandacht in deze zaak niet strafverminderend kan werken.

Advies procureur-generaal (PG)

De PG adviseerde de Hoge Raad op 27 februari 2024 de veroordelingen en de opgelegde straffen in stand te laten.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten van de verdachten niet slagen. De Hoge Raad heeft de klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat ze niet tot vernietiging van de uitspraak van het hof kunnen leiden en geen juridische belangrijke nieuwe vragen oproepen die beantwoord moeten worden.

Met de uitspraak van de Hoge Raad zijn de veroordelingen en de opgelegde gevangenisstraffen definitief.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2024:446

ECLI:NL:HR:2024:447