Prejudiciële vraag 21/04816
- Rechtsgebied
- Civiel
- Verwijzende instantie
- Rechtbank te Rotterdam, sector Kanton, locatie Rotterdam (8528541 CV EXPL 20-15967)
- Datum uitspraak
- 19 november 2021
- Vindplaats uitspraak
- ECLI:NL:RBROT:2021:13415
- Status
- Afgesloten
- Datum conclusie PG
- 8 juli 2022
- Vindplaats conclusie PG
- ECLI:NL:PHR:2022:678
- Datum uitspraak HR
- 10 februari 2023
- Vindplaats uitspraak HR
- ECLI:NL:HR:2023:198
Is een overeenkomst tot kinderopvang een overeenkomst van opdracht? Mag opdrachtnemer met consument-opdrachtgever opzegtermijn overeenkomen en vergoeding bedingen voor het geval de consument de overeenkomst voor de ingangsdatum opzegt?
2. In hoeverre staan de artikelen 7:408 BW en 7:413 BW eraan in de weg dat een opdrachtnemer met een consument-opdrachtgever een opzegtermijn overeenkomt?
3. In hoeverre staan de artikelen 7:408 BW, 7:411 BW en 7:413 BW er bij duurovereenkomsten aan in de weg dat partijen een vergoeding overeenkomen voor het geval de overeenkomst door een consument-opdrachtgever wordt opgezegd, en in het bijzonder voor het geval waarin de opdrachtgever de overeenkomst opzegt voordat de uitvoering van de overeenkomst is aangevangen?
4. Moet de rechter een bepaling uit algemene voorwaarden die ten nadele van de consument afwijkt van een dwingende bepaling van Nederlands recht die strekt ter bescherming van consumenten, deze bepaling ambtshalve buiten toepassing laten omdat een dergelijke bepaling altijd (ofin beginsel) oneerlijk is als bedoeld in Richtlijn 93/13/EEG?
5. Mag de rechter nadat hij een tussen partijen overeengekomen beding als oneerlijk heeft aangemerkt en het beding op die grond buiten toepassing heeft gelaten, semi-dwingend recht toepassen, en in het bijzonder artikel 7:411 BW?