Cassatieprocedure in belastingzaken


De belastingkamer van de Hoge Raad behandelt overwegend belastingzaken. Het betreft hier zowel belastingen en heffingen van de rijksoverheid als van lagere overheden, zoals provincies, gemeenten en waterschappen. Daarnaast behandelt de belastingkamer cassatieberoepen tegen uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Bij de laatstbedoelde beroepen beperkt de toetsing door de Hoge Raad zich tot de toepassing van elementen van sociale zekerheids- of subsidieregelingen die verband houden met fiscale regels en begrippen. Tot de taak van de belastingkamer behoort verder de behandeling van cassatieberoepen tegen uitspraken van de douanekamer van het hof Amsterdam.

Reglement

In het Procesreglement van de Hoge Raad der Nederlanden wordt het takenpakket van de derde of belastingkamer omschreven.

Over de wijze van procederen

In belastingzaken mogen partijen zelf beroep in cassatie instellen (dat wil zeggen zonder tussenkomst van een advocaat). Partijen kunnen zich door een gemachtigde laten vertegenwoordigen. Slechts indien zij hun zaak door middel van een pleidooi wensen toe te lichten, moet daarvoor een advocaat worden ingeschakeld.

Beroepschrift

Een beroepschrift in cassatie moet ondertekend zijn en van een datum zijn voorzien. Het moet daarbij de argumenten bevatten op grond waarvan de opsteller van het beroepschrift meent dat de uitspraak waartegen cassatieberoep is ingesteld, moet worden vernietigd. Ook moet een kopie van de uitspraak van het gerecht dat de uitspraak deed, worden meegestuurd (bijvoorbeeld een hof of de Centrale Raad van Beroep). Op die uitspraak is vermeld binnen welke termijn en aan welk adres het beroepschrift moet worden verzonden.

Termijn

Een beroepschrift in cassatie moet tijdig worden ingediend, dat wil zeggen binnen de termijn die is vermeld op de bestreden uitspraak (in het algemeen 6 weken). Wanneer het beroepschrift te laat is ingediend, zal het beroep in cassatie niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit betekent dat de Hoge Raad het cassatieberoep niet inhoudelijk zal beoordelen en dat de bestreden uitspraak van de lagere rechter definitief wordt.

Procedureregels

De procedureregels die van toepassing zijn op de cassatieprocedure zijn te vinden in de hoofdstukken 6 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht en in hoofdstuk V, afdeling 4, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Kosten van de procedure

In belastingzaken is griffierecht verschuldigd. Griffierecht is een bijdrage in de kosten van de rechtspraak aan de Staat. De hoogte van het griffierecht kan verschillen en ligt tussen € 136 en € 548. De Hoge Raad neemt een belastingzaak pas in behandeling wanneer het griffierecht is betaald. Is het griffierecht niet (tijdig) betaald dan wordt het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard.

Wanneer u van mening bent dat u het verschuldigde griffierecht niet kunt betalen, dan kunt u een beroep doen op ‘betalingsonmacht’. Daarvoor gelden evenwel strenge criteria: het netto-inkomen van u en uw eventuele partner mag niet hoger zijn dan 95% van een bijstandsuitkering van een alleenstaande en u hebt beiden geen vermogen waaruit het griffierecht kan worden betaald (zie verder de handreiking “In beroep bij de Hoge Raad in belastingzaken”, door te klikken op de hieronder vermelde link). Als u aan die criteria voldoet, dan meldt u dit zo snel als mogelijk aan de Hoge Raad, bij voorkeur al bij de indiening van het beroepschrift in cassatie.

De kosten van een belastingadviseur, een andere deskundige, of een advocaat, die door een procespartij is ingeschakeld in verband met de behandeling van het cassatieberoep, komen in beginsel voor eigen rekening van die partij. In het cassatieberoepschrift of in het verweerschrift kan een partij verzoeken om de wederpartij te veroordelen in de kosten die deze voor de procedure heeft moeten maken. Een dergelijke kostenveroordeling, die wordt vastgesteld aan de hand van forfaitaire bedragen, biedt veelal geen volledige compensatie voor de gemaakte kosten.

Handreiking: In beroep bij de Hoge Raad in belastingzaken

In de handreiking "In beroep bij de Hoge Raad in belastingzaken", die ook in de vorm van een brochure is uitgegeven door het ministerie van Justitie en Veiligheid, vindt u informatie over het beroep in cassatie bij de belastingkamer van de Hoge Raad.

U vindt hier de belangrijkste regels waaraan u zich moet houden:
•als u beroep in cassatie instelt, en
•als de andere partij beroep in cassatie heeft ingesteld.

De Hoge Raad beoordeelt slechts of het gerechtshof of de rechtbank de rechtsregels en procesregels juist heeft toegepast. Er vindt dus niet een geheel nieuwe behandeling van de zaak plaats. Bij uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven beoordeelt de Hoge Raad slechts de juistheid van de toepassing van een beperkt aantal rechtsregels.
De Hoge Raad kan geen rekening houden met feiten en omstandigheden die voor het eerst in de cassatieprocedure naar voren worden gebracht. In de procedure voor de Hoge Raad is het niet mogelijk met nadere bewijzen te komen.

Toelichting op procedure belastingzaak of bestuursrechtelijke zaak bij de Hoge Raad (pdf, 203 kB)

Gemiddelde doorlooptijd

De gemiddelde doorlooptijd van belastingzaken is ongeveer 267 kalenderdagen. Dat is de tijd die verstrijkt tussen de datum waarop het procesdossier van het vorige rechtscollege is ontvangen en de datum van uitspraak.

Informatie over het jaarlijks aantal ingekomen en afgedane zaken kunt u vinden in het Jaarverslag van de Hoge Raad.