Een koopovereenkomst die in strijd met de zogenoemde Didam-regels is gesloten, is niet om die reden ongeldig. Wel handelt een overheidslichaam dan in beginsel onrechtmatig jegens een (potentiële) gegadigde die ten onrechte geen gelijke kans heeft gekregen. Daarmee kan schadevergoeding op haar plaats zijn. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Verder maakt de Hoge Raad duidelijk dat de regels over het bieden van gelijke kansen ook al golden voorafgaand aan het Didam-arrest van 2021.
De Hoge Raad heeft vandaag uitspraak gedaan in een aantal strafzaken tegen demonstranten. De verdachten in die zaken hebben cassatie ingesteld tegen hun veroordeling. De Hoge Raad heeft beoordeeld of in de beslissingen van de gerechtshoven over die zaken het recht van de verdachten op vrijheid van meningsuiting en op vrijheid van vreedzame vergadering is gerespecteerd. Die rechten zijn vastgelegd in (artikel 10 en artikel 11 van) het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens (EVRM). Bij de beoordeling of die rechten zijn geschonden, heeft de Hoge Raad gewezen op de rechtspraak daarover van het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM). Die rechtspraak houdt onder meer in dat strafrechtelijk optreden tegen demonstraties niet zo ingrijpend mag zijn dat daarvan een ‘chilling effect’ uitgaat op anderen die vreedzaam willen demonstreren.
De door de gerechtshoven Den Haag en Amsterdam gegeven vrijspraken van voortzetting van de werkzaamheid van een verboden organisatie, door het in het openbaar dragen van kleding van lokale afdelingen (‘chapters’) van de Bandidos, kunnen niet in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Paridaens de Hoge Raad in twee conclusies van vandaag.
Niet alle informatie over het justitiële verleden van de verdachte van het steekincident op de Turfmarkt in Den Haag was vermeld op de Justitiële documentatie (het strafblad) van de verdachte. Verder kan de uitwisseling van informatie binnen het OM worden verbeterd en verdient de communicatie tussen het OM en het gevangeniswezen aandacht. Tot onder meer die conclusies komt de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad, Edwin Bleichrodt, in het toezichtrapport dat vandaag is aangeboden aan de minister van Justitie en Veiligheid.