De Hoge Raad heeft vandaag zogenoemde prejudiciële vragen beantwoord van de Rechtbank Oost-Brabant over de kosten die in rekening worden gebracht bij de naheffing van parkeerbelasting. Deze kosten kunnen (nog steeds) niet als een boete en daarmee als een criminal charge in de zin van het Europese recht worden aangemerkt, aldus de Hoge Raad. Ook heeft de belastingrechter nagenoeg geen ruimte om te toetsen of het niet-betalen van de parkeerbelasting verwijtbaar is, dan wel of het in rekening brengen van de (volledige) kosten wel passend en nodig is.