Invoering JA/JA stickers door gemeente Amsterdam niet onrechtmatig

24 september 2021

Het oordeel van het gerechtshof Amsterdam dat de gemeente Amsterdam bij de invoering van een systeem met JA/JA stickers niet onrechtmatig handelde tegenover de verspreiders van ongeadresseerd reclamedrukwerk, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

In de gemeente Amsterdam is sinds 1 januari 2018 een verordening van kracht die inhoudt dat ongeadresseerd reclamedrukwerk slechts mag worden bezorgd als op de brievenbus een JA/JA sticker is aangebracht (het zogenoemde opt-in-systeem). Deze folders mogen niet meer worden bezorgd op adressen zonder zo’n sticker. Voorheen mocht ongeadresseerd reclamedrukwerk worden bezorgd op alle Amsterdamse adressen met uitzondering van die met een NEE/JA of NEE/NEE sticker (opt-out-systeem). De gemeente wil met de invoering van het nieuwe systeem papierafval voorkomen. Voor bedrijven die ongeadresseerd drukwerk verspreiden betekent dit dat zij dit op minder adressen kunnen doen. Twee brancheorganisaties hebben om die reden in een civiele procedure onder meer gevorderd dat het de gemeente wordt verboden om het opt-in-systeem te handhaven. Zij menen dat het nieuwe systeem onrechtmatig is.

Het gerechtshof wees, net als de rechtbank, de vorderingen af. Het hof oordeelde dat de gemeente bevoegd was het nieuwe systeem in te voeren. Het systeem vormt geen inbreuk op eigendomsrechten van de ondernemers in de branche, de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken is op het systeem niet van toepassing en het systeem is niet in strijd met de Postwet. Ook heeft de gemeente geen algemene rechtsbeginselen of beginselen van behoorlijk bestuur geschonden.

De brancheorganisaties stelden tegen deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. Zij vroegen de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen.

Advies plv. procureur-generaal (PG)

De plaatsvervangend PG adviseerde de Hoge Raad de uitspraak van het hof in stand te laten.

Oordeel Hoge Raad

In cassatie was onder meer de vraag aan de orde of het hof heeft kunnen oordelen dat voor het opt-in-systeem een voldoende wettelijke grondslag bestaat en dat de gemeentelijke regeling niet in strijd is met hogere regelgeving of algemene rechtsbeginselen.

De Hoge Raad oordeelt dat de invoering van het opt-in-systeem juridisch toelaatbaar is. De gemeente is bevoegd om het opt-in-systeem in te voeren. De Wet Milieubeheer laat ruimte aan gemeenten om in verband met afvalpreventie bepaalde regels te stellen. Ook de cassatieklacht van de brancheorganisaties dat het hof onvoldoende indringend heeft getoetst of de gemeentelijke verordening in strijd is met algemene rechtsbeginselen, slaagt niet.

Met het oordeel van de Hoge Raad is de uitspraak van het hof definitief.

De Hoge Raad heeft vandaag ook uitspraak gedaan in een verwante zaak, over de opt-in-regeling voor huis-aan-huisbladen in de gemeente Utrecht.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2021:1360