Zoeken - Zoekresultaten
De uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat Rabobank niet aansprakelijk is voor de schade die OAD door het faillissement heeft geleden blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
Valt een aanbieder van Buy Now, Pay Later (ook wel BNPL-dienst of Achteraf betalen), onder de regels voor consumentenkrediet? Dit is van belang omdat de kredietgever in dat geval vooraf bepaalde informatie aan de consument moet geven over de rente bij betalingsachterstand en de kosten van niet-nakoming en de kredietwaardigheid van de consument moet toetsen.
Kan de Beroepsopleiding Advocatuur worden aangemerkt als scholing die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van advocaat-stagiaire? En moet de werkgever die opleiding kosteloos aanbieden? Advocaat-generaal (AG) Drijber beantwoordt beide vragen bevestigend in zijn conclusie van vandaag. Volgens de AG is een contractueel studiekostenbeding op grond waarvan de kosten kunnen worden verhaald op de advocaat-stagiaire of verrekend met zijn loon, niet geldig. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan dat anders zijn.
De omstandigheid dat een bedrijf behoefte heeft aan een ‘flexibele’ schil is geen rechtvaardiging voor het gedurende bijna dertien jaar onafgebroken inlenen van dezelfde uitzendkracht. Zo’n lange inlening kan misbruik van de uitzendovereenkomst opleveren. Het oordeel van het hof dat geen sprake is van misbruik kan niet in stand blijven. Een ander hof moet de zaak opnieuw behandelen en berechten. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) De Bock de Hoge Raad in haar conclusie van vandaag.
Het oordeel van het hof Arnhem-Leeuwarden dat de zogeheten beurspromovendi en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) een arbeidsovereenkomst hadden, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
Een conservatoir beslag kan als gevolg van een veroordeling tot schadevergoeding op te maken bij staat een executoriaal karakter krijgen, maar zolang nog geen bedrag aan schadevergoeding is vastgesteld staat dit niet in de weg aan opheffing van het beslag tegen zekerheidsstelling. Dat oordeelde de Hoge Raad in een zaak die in 1935 in cassatie werd voorgelegd. Dit oude arrest is vandaag gepubliceerd op rechtspraak.nl.