Prejudiciële vraag 25/04418


Rechtsgebied
Civiel
Datum publicatie
8 december 2025
Verwijzende instantie
Rechtbank Den Haag (C/09/681538/HA ZA 25-229)
Datum uitspraak
26 november 2025
Vindplaats uitspraak
ECLI:NL:RBDHA:2025:22358
Status
Ingekomen

Creëert artikel 431 lid 2 Rv rechtsmacht voor de Nederlandse rechter als er op het moment dat de procedure in eerste aanleg aanhangig wordt gemaakt geen aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer bestaan

1. Creëert artikel 431 lid 2 Rv rechtsmacht voor de Nederlandse rechter als er op het moment dat de procedure in eerste aanleg aanhangig wordt gemaakt geen aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer bestaan - afgezien van de
vordering tot veroordeling van gedaagden tot hetgeen waartoe zij bij buitenlands vonnis zijn veroordeeld?
2. Als het antwoord op de vorige vraag ja is. is dan sprake van een voldoende belang in de zin van artikel 3:303 BW bij een vordering op grond van artikel 43 I lid 2 Rv als liet belang van de eisende partij gelegen is in de wens het buitenlandse vonnis alvast erkend te krijgen voor liet geval dat zich in de toekomst een vermogensbestanddeel van gedaagden in Nederland zal bevinden waarop de eisende partij liet vonnis dan ten uitvoer zou kunnen leggen?