Prejudiciële vraag 25/02264


Rechtsgebied
Belasting
Datum publicatie
30 juni 2025
Verwijzende instantie
Gerechtshof Den Haag (23/4225)
Datum uitspraak
27 mei 2025
Vindplaats uitspraak
ECLI:NL:RBDHA:2025:10265
Status
Ingekomen

Kan de verdeling tussen partners van de grondslag sparen en beleggen nog worden gewijzigd, als bedoeld in art. 2.17(4) Wet IB 2001, als een aanslag IB/PVV onherroepelijk komt vast te staan door een collectieve uitspraak op massaal bezwaar?

1) Beslaat recht op wijziging van de tot stand gekomen onderlinge verhouding, als bedoeld
in artikel 2.17, vierde lid, van de Wel IB 2001, als een aanslag IB/PVV onherroepelijk komt
vast te staan door een collectieve uitspraak, als bedoeld in artikel 25e van de AWR, en de
aanslag IB/PVV van de fiscaal partner door deze collectieve uitspraak eveneens
onherroepelijk wordt, dan wel reeds onherroepelijk was, indien op dat moment de
rechtsgevolgen van de collectieve uitspraak voor de aanslag (of aanslagen) nog niet
kenbaar zijn? 2) Zo ja, tot wanneer kan een gezamenlijk verzoek tot wijziging van de tot stand gekomen
onderlinge verhouding door een belastingplichtige en zijn partner worden gedaan?