Prejudiciële vraag 25/01883


Rechtsgebied
Civiel
Datum publicatie
16 mei 2025
Verwijzende instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (200.352.817/01)
Datum uitspraak
15 mei 2025
Vindplaats uitspraak
ECLI:NL:GHSHE:2025:1365
Status
Ingekomen

Zijn voorafgaand aan de wettelijke schuldsanering, gedurende een faillissement gedane afdrachten ook aan te merken als een aflossing als bedoeld in artikel 349a lid I Fw?

1. In het arrest van 20 december 2024 (ECLI:NL:HR:2024: 1913) heeft de Hoge Raad - onder meer - antwoord gegeven op de vraag wat onder een 'eerste aflossing’ in de zin van artikel 349a lid 1 Fw kan worden verstaan. In de in het arrest beantwoorde vragen, en dus ook in de antwoorden, is echter niet ingegaan op de situatie dat, voorafgaand aan de wettelijke schuldsanering, gedurende een faillissement, afdrachten zijn gedaan. Zijn dergelijke, in het kader van het voorafgaande faillissement gedane afdrachten ook aan te merken als een aflossing als bedoeld in artikel 349a lid I Fw?
2. Als het antwoord daarop bevestigend is, geldt dat zowel voor:
a. een voorafgaand faillissement dat middels een omzettingsverzoek ex artikel 15b Fw in die wettelijke schuldsanering is omgezet, als ook;
b. voor een voorafgaand faillissement dat is opgeheven, waarna de schuldenaar na die opheffing een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsanering heeft verzocht?
3. Als het antwoord daarop bevestigend is, zijn er dan nog vereisten of omstandigheden die daarbij van belang zijn, zoals:
a. de omstandigheid dat de schuldenaar in faillissement de mogelijkheid heeft onderzocht van een schuldeisersakkoord;
b. de hoogte van het positieve boedelsaldo;
c. de hoogte van de totale schuldenlast:
d. de verhouding tussen het positieve boedelsaldo en de totale schuldenlast;
e. hetgeen resteert van het boedelsaldo na aftrek van het salaris van de curator;
f. voor het geval onder 2.b. de termijn tussen opheffing van het voorafgaande faillissement en het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsanering?
4. Kan de verklaring van de curator in een voorafgaand faillissement, dat hij de mogelijkheid van een faillissementsakkoord heeft onderzocht gelijk worden gesteld met een verklaring van een schuldhulpverlener dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen als bedoeld in 285 Fw?