De niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM) in de zaak van een verkeersongeval in Hendrik-Ido-Ambacht waar een politieman als verdachte is aangemerkt, blijft niet in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
De Hoge Raad stelde in zijn uitspraak van 5 april 2022 (ECLI:NL:HR:2022:475) drie prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU). Die vragen gingen over Richtlijn 2002/58/EG en over het (voor strafvorderlijke doeleinden) verlenen van toegang aan overheidsinstanties tot bij aanbieders van communicatiediensten opgeslagen verkeers- en locatiegegevens (waaronder identificerende gegevens) van gebruikers van die communicatiediensten. In deze uitspraak heeft de Hoge Raad, in afwachting van de beantwoording van de vragen door het HvJEU, een voorlopig beslissingskader voor dit soort kwesties opgesteld.
De veroordeling van één van de schutters van de moord bij een sportschool in Amstelveen in 2019 waarbij een man om het leven kwam, kan in stand blijven. De zaak tegen de andere schutter en de zaak tegen een derde verdachte moeten (deels) opnieuw worden behandeld. Dat adviseert plaatsvervangend advocaat-generaal (plv. AG) Van Wees de Hoge Raad in zijn conclusies van vandaag.
De procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad, Edwin Bleichrodt, heeft de minister van Justitie en Veiligheid geïnformeerd dat hij geen aanknopingspunten ziet voor een opsporingsonderzoek naar aanleiding van twee aangiften tegen de minister van Asiel en Migratie, minister Faber wegens gestelde ambtsmisdrijven. Dat is de uitkomst van de door hem uitgevoerde oriënterende onderzoeken naar aanleiding van deze twee aangiften.
Of een Uber-chauffeur een arbeidsovereenkomst met Uber heeft, kan mede ervan afhangen of deze chauffeur zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt.