Waren de opvolgende eigenaren van een koffiehuis gebonden aan een verplichting die de oorspronkelijke koper op zich had genomen? Deze vraag werd in het jaar 1841 voorgelegd aan de Hoge Raad. De Hoge Raad beantwoordde de vraag bevestigend in het zogenoemde arrest Leidse schouwburg. In dit arrest legde de Hoge Raad zijn 19e-eeuwse leer over de overgang van verplichtingen ten aanzien van een goed voor de eerste keer neer. Sinds vandaag staat deze uitspraak online op www.rechtspraak.nl. De uitspraak van de Hoge Raad over de Leidse schouwburg leidde tot discussie over de vraag wanneer verplichtingen ten aanzien van een zaak op een opvolgend eigenaar overgaan. In het latere arrest Blaauboer/Berlips dat al eerder werd gepubliceerd op rechtspraak.nl, kwam de Hoge Raad van zijn leer terug.