Advies AG aan Hoge Raad: laat veroordeling van dakdekker voor oplichting van zeven klanten in stand

16 september 2025

De veroordeling van een dakdekker voor de oplichting van zeven klanten in Bussum, Muiderberg en Bilthoven kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Sinnige de Hoge Raad in haar conclusie van vandaag.

De zaak

De verdachte was werkzaam als dakdekker. Hem wordt verweten dat hij zeven klanten heeft opgelicht door gebruik te maken van een valse naam en/of zich voor te doen als bonafide dakdekker, de klanten voorschotten te laten betalen en vervolgens werkzaamheden niet of niet volledig uit te voeren.

Het gerechtshof veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 31 maanden en een beroepsverbod van vijf jaar. Het hof gelastte ook dat de uitspraak openbaar wordt gemaakt op rechtspraak.nl zonder de gebruikelijke anonimisering van de naam van de verdachte en door middel van toezending van de uitspraak aan de Kamer van Koophandel.

De verdachte stelde tegen de uitspraak van het hof beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen en heeft verschillende cassatieklachten ingediend. Er is onder meer geklaagd over de bewezenverklaring van de verschillende oplichtingsfeiten. Ook wordt geklaagd dat de strafoplegging niet genoeg is gemotiveerd, omdat het hof een hogere straf heeft opgelegd dan de rechtbank en de vordering van de advocaat-generaal in hoger beroep.

Advies AG

De AG is van mening dat de cassatieklachten niet kunnen slagen.

Volgens de AG heeft het hof kunnen oordelen dat de verdachte een onjuiste voorstelling van zaken heeft gecreëerd, door een valse naam te gebruiken en zich voor te doen als bonafide dakdekker, en dat hij al bij het maken van de afspraken met de klanten niet van plan was die afspraken (volledig) na te komen. De AG acht de bewezenverklaring van de oplichtingsfeiten toereikend gemotiveerd.

Wat de opgelegde straf betreft staat volgens de AG voorop dat de feitenrechter beschikt over een ruime straftoemetingsvrijheid. De beslissing over de straftoemeting wordt in sterke mate bepaald door de omstandigheden van het geval en de persoon van de verdachte. Het hof heeft volgens de AG in deze zaak voldoende tot uitdrukking gebracht waarom het hof, in afwijking van de straf van de rechtbank en de eis in hoger beroep, een zwaardere straf heeft opgelegd. Dat het hof niet nader duidelijk heeft gemaakt welke straffen in vergelijkbare zaken worden opgelegd, zoals de verdediging stelt, maakt dat oordeel niet minder begrijpelijk. Een rechtsregel die voorschrijft dat de rechter nader moet motiveren op welke vergelijkbare gevallen het acht heeft geslagen bij de strafoplegging is de AG ook niet bekend.

Ook de andere cassatieklachten, op de klacht over de redelijke termijn na, slagen volgens de AG niet. Zij adviseert de Hoge Raad de veroordeling in stand te laten en de opgelegde gevangenisstraf in verband met de duur van de procedure met de gebruikelijke maatstaf te verminderen. Het beroepsverbod en de publicatie van de uitspraak zonder de gebruikelijke anonimisering kunnen ongewijzigd in stand blijven.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 2 december 2025.

Het advies, een zogenoemde conclusie, van de AG is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat al dan niet te volgen. De AG is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2025:989