Veroordelingen voor moordaanslag op Nederlandse advocaat in het Duitse Gronau blijven in stand
De veroordelingen van twee verdachten voor de moordaanslag op een Nederlandse advocaat in het Duitse Gronau blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. De Hoge Raad bepaalt de straffen van de verdachten op 17 jaar en 6 maanden en 15 jaar en 7 maanden.
De zaak
De advocaat werd op 6 november 2019 vlakbij zijn huis op straat neergeschoten terwijl hij zijn hond uitliet. Hij werd vanuit een rijdende auto vijf keer van dichtbij beschoten. Hij liep blijvend letsel op.
Het gerechtshof veroordeelde de twee verdachten tot 17 jaar en 8 maanden gevangenisstraf en 15 en 9 maanden gevangenisstraf. Daarnaast moesten zij een schadevergoeding betalen aan zowel de advocaat als aan zijn partner. Eén van de verdachten werd ook veroordeeld voor het beschieten van een sportschool in het Twentse Losser. De verdachten stelden beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
Cassatieklachten
In beide zaken zijn namens de verdachten verschillende cassatieklachten ingediend. Ook is in de zaak van de verdachte die de hoogste straf kreeg opgelegd, namens een benadeelde partij, de partner van de advocaat, geklaagd over de afwijzing door het hof van de vergoeding van schokschade.
Oordeel Hoge Raad
In de zaak tegen de verdachte die de hoogste straf kreeg opgelegd faalt de cassatieklacht voor zover deze betrekking heeft op de moordaanslag op de advocaat. De klacht die namens de partner van de advocaat is ingediend slaagt ook niet. Wat betreft het beschieten van de sportschool in Losser is volgens de Hoge Raad terecht geklaagd over de bewezenverklaring van één bedreiging. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en spreekt de verdachte vrij van dit feit en past de kwalificatie van het bewezenverklaarde aan. Omdat de als gevolg van hetzelfde incident bewezenverklaarde andere bedreiging en een vernieling wel in stand blijven, leidt dat niet tot aanpassing van de straf.
In de zaak tegen de andere verdachte oordeelt de Hoge Raad dat de cassatieklachten niet slagen. De Hoge Raad heeft deze klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat ze niet tot vernietiging van de uitspraak van het hof kunnen leiden en geen juridische belangrijke nieuwe vragen oproepen die moeten worden beantwoord.
In verband met de duur van de procedure worden de opgelegde gevangenisstraffen van de twee verdachten verminderd tot 17 jaar en 6 maanden en 15 jaar en 7 maanden.