Veroordeling verdachte voor Rolex-beroving van oud-voetballer van FC Dordrecht blijft in stand

18 november 2025

De veroordeling van een verdachte voor de beroving van een oud-voetballer van FC Dordrecht (hierna: het slachtoffer) van zijn Rolex-horloge blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

In augustus 2021 werd het slachtoffer, toen hij samen met zijn vrouw uit zijn auto stapte voor zijn huis in Dordrecht, door twee verdachten met geweld beroofd van zijn Rolex-horloge.

Het hof veroordeelde de verdachte voor betrokkenheid bij de roof tot een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk.

De verdachte stelde tegen deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatieklachten

Namens de verdachte zijn verschillende cassatieklachten tegen de uitspraak van het hof ingediend. Er is onder meer geklaagd dat de bewezenverklaring niet uit het bewijs kan worden afgeleid. Volgens de verdediging had het hof op basis van het bewijs niet mogen oordelen dat de verdachte een van de twee daders is geweest.

Advies advocaat-generaal (AG)

De AG concludeerde tot vernietiging van de uitspraak van het hof en terugwijzing om de zaak opnieuw te berechten.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad is van oordeel dat de bewijsklacht niet slaagt.

Het hof heeft vastgesteld dat het slachtoffer op 27 augustus 2021 in de avond is overvallen door twee mannen. In de weken voorafgaand aan de overval is de auto van de verdachte door buurtbewoners een aantal malen tegenover hun woningen gesignaleerd en is waargenomen dat de ‘donkergekleurde’ inzittenden van de auto vanaf die locatie in de richting van de straat van het slachtoffer liepen. Op die dagen is ook de telefoon van de verdachte in de omgeving van die straat geweest. Uit onderzoek is gebleken dat de auto en die telefoon op de dag van de overval vanuit Rotterdam zijn verplaatst naar Dordrecht. Op camerabeelden vanaf een woning in de buurt is waargenomen dat daar die avond kort na de overval de auto van de verdachte vanuit de richting van de straat van het slachtoffer komt gereden. De auto van de verdachte en de telefoon van de verdachte zijn daarna weer verplaatst naar Rotterdam.

Uit deze vaststellingen heeft het hof volgens de Hoge Raad kunnen afleiden dat de verdachte een van de twee daders van de overval is geweest. Daarbij is volgens de Hoge Raad ook van belang dat het hof in zijn overwegingen heeft kunnen betrekken dat het uiterlijk van de verdachte in de door het slachtoffer en de getuigen opgegeven signalementen past en dat het door de verdachte aangedragen ‘alternatieve scenario’ dat hij zijn auto op de dag van de overval zou hebben verhuurd en dat hij zijn telefoon in de auto zou hebben achtergelaten, terzijde moest worden geschoven. De Hoge Raad vindt de bewezenverklaring van het hof toereikend gemotiveerd.

De Hoge Raad laat de veroordeling in stand. In verband met de duur van de procedure vermindert de Hoge Raad de opgelegde gevangenisstraf tot 29 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2025:1704