Toezichtrapport PG bij de Hoge Raad over de taakuitoefening door het OM in het kader van het seponeren van strafzaken

3 juli 2025

Bij het nemen van sepotbeslissingen voldoet het Openbaar Ministerie lang niet altijd aan de wettelijke vereisten. In een aanzienlijk deel van de onderzochte zaken is geen sepotbrief verzonden aan de verdachte en het slachtoffer. Ook de (standaard)tekst van de sepotbrief laat te wensen over. Verder zijn niet alle beslissingen om de strafzaak af te doen met een sepot begrijpelijk. Dat staat in het toezichtrapport ‘Afgezien van vervolging’, dat de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad, Edwin Bleichrodt, vandaag aan de demissionair minister van Justitie en Veiligheid Van Weel heeft aangeboden.

Seponeren van strafzaken

Een belangrijk deel van de strafzaken wordt afgedaan met een sepot. Een sepot is de beslissing van het Openbaar Ministerie (OM) om een strafzaak niet (verder) te vervolgen. In 2024 ging het om 39,7% van de afdoeningsbeslissingen. Met een sepot is een strafzaak in beginsel ten einde.

Onderscheid kan worden gemaakt tussen een technisch sepot en een beleidssepot. In geval van een technisch sepot is het OM van mening dat de strafzaak niet haalbaar is, bijvoorbeeld omdat er te weinig bewijs is of omdat het strafbare feit is verjaard. In geval van een beleidssepot is de strafzaak weliswaar haalbaar, maar vindt het OM dat strafvervolging niet opportuun is. De reden van het sepot (de sepotgrond) wordt aangeduid met een sepotcode.

Het toezichtrapport

Het rapport bevat de resultaten van een onderzoek naar de wijze waarop het OM strafzaken afdoet met een sepot. Bezien is in hoeverre het OM bij deze sepotbeslissingen de toepasselijke wettelijke voorschriften naar behoren heeft nageleefd. In het kader van het onderzoek zijn 204 strafdossiers beoordeeld die in 2022 zijn geseponeerd.

Lang niet altijd sepotbrief aan verdachte en slachtoffer verzonden

Uit onderzoek is gebleken dat van lang niet alle sepots een sepotbrief aan de verdachte is verzonden of dat dit niet kon worden nagegaan. Dit was het geval in 40% van de onderzochte overtredingszaken en in 30% van de onderzochte misdrijfzaken. Bovendien is in zaken met verdachten die geen Nederlands spreken niet in alle gevallen waarin dat is vereist, voorzien in een vertaling van de sepotbeslissing. Daarnaast is niet in alle zaken met minderjarige verdachten een sepotbrief verstuurd aan de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de minderjarige. In vrijwel geen van de zaken waarin een advocaat bekend was, werd een afschrift aan de advocaat verzonden.

Uit het onderzoek blijkt dat niet alle slachtoffers die op de hoogte wilden worden gehouden van de strafzaak als slachtoffer waren geregistreerd en/of een sepotbrief toegestuurd hebben gekregen.

Aanbevolen wordt om de praktijk van de verzending van de sepotbrief te herzien.

Gebreken in de tekst van de sepotbrieven aan verdachte en slachtoffer

Voor het opstellen van sepotbrieven aan de verdachte en het slachtoffer worden standaardteksten gebruikt. In de brief wordt onder meer opgenomen een omschrijving van het strafbare feit en de motivering van de sepotbeslissing. De omschrijving van het strafbare feit is erg summier en in een aantal zaken gebrekkig. De motivering van het sepot aan de verdachte is een standaardtekst die overeenkomt met de sepotgrond en is daarmee ook erg summier. Indien de zaak is geseponeerd met een voorwaardelijk sepot, wordt de keuze om voorwaarden te stellen niet toegelicht. De (standaard)motivering van de beslissing aan het slachtoffer is uitgebreider, maar niet altijd correct of duidelijk.

In de sepotbrief aan het slachtoffer is opgenomen dat en op welke wijze een slachtoffer een klacht kan indienen tegen de sepotbeslissing. Dergelijke informatie ontbreekt in de sepotbrief aan de verdachte. Niet is opgenomen dat een klacht kan worden ingediend bij de hoofdofficier van justitie. Ook is niet opgenomen dat de meeste sepotbeslissingen worden geregistreerd op het strafblad van de verdachte.

Eén van de aanbevelingen in het rapport is om de inhoud van de sepotbrief te herzien, zodat daarin onder meer toereikende informatie is opgenomen over de rechtsgevolgen van het sepot en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.

Niet alle sepotbeslissingen begrijpelijk

In het onderzoek is getoetst of de sepotbeslissing begrijpelijk is. Ten aanzien van technische sepots is geconstateerd dat in 11% van de onderzochte zaken de beslissing dat de zaak niet haalbaar is niet (zonder meer) begrijpelijk is, bijvoorbeeld omdat het recht op vervolging nog niet was verjaard of omdat er voldoende bewijs was. Wat betreft de beleidssepots was in 18% van de onderzochte zaken de beslissing niet (zonder meer) begrijpelijk, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende bewijs was of een zaak al was verjaard en daarom een technisch sepot had moeten volgen.

Om de kwaliteit van de sepotbeslissingen te waarborgen, wordt aanbevolen om een vorm van intern toezicht in te richten.

Gebreken in zaakregistratiesysteem

Uit het onderzoek volgt dat gebreken bestaan in GPS, het zaakregistratiesysteem van het OM. Zo komen de autorisaties in GPS niet in alle gevallen overeen met de functies van functionarissen die bevoegd zijn om sepotbeslissingen te nemen, zodat het voor kan komen (en incidenteel ook voorkomt) dat een sepotbeslissing wordt genomen door een onbevoegde functionaris. Het systeem is niet ingericht op het verwerken van meerdere sepotcodes ten behoeve van het strafblad, op het leveren van maatwerk bij het opstellen van de sepotbrieven en op het bepalen van de verzenddatum daarvan.

Toezicht van de PG bij de Hoge Raad op het OM

Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van het toezicht dat de procureur-generaal bij de Hoge Raad houdt op de uitoefening van wettelijke taken door het OM (art. 122 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Voor meer informatie: Toezicht op het Openbaar Ministerie.

De PG bij de Hoge Raad is een onafhankelijk en zelfstandig instituut binnen de rechterlijke organisatie dat los staat van het rechtscollege de Hoge Raad. Er is geen gezagsverhouding tussen de procureur-generaal en de Hoge Raad. De procureur-generaal bij de Hoge Raad maakt geen onderdeel uit van het Openbaar Ministerie.

Lees hier het Onderzoeksrapport (pdf, 1.4 MB).


_PGP0148 rapport Minister van Weel Proc Gen Bleichrodt
Overhandiging van het toezichtrapport aan de demissionair minister van Justitie en Veiligheid Van Weel