Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling Jos B. wegens vrijheidsberoving, ontucht en doden van Nicky Verstappen kan in stand blijven

6 juni 2023

De veroordeling van Jos B. in de zaak van Nicky Verstappen wegens vrijheidsberoving, ontucht en doodslag kan in stand blijven. Dat geldt ook voor de veroordeling wegens het bezit van kinderporno. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Aben de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

In augustus 1998 verbleef de elfjarige Nicky Verstappen met een jeugdgroep op het kampeerterrein van buitencentrum ‘De Heikop’, gelegen aan de rand van de Brunssummerheide in de provincie Limburg. Nadat hij op maandagochtend 10 augustus 1998 werd vermist, werd een grootschalige zoekactie gestart. Het levenloze lichaam van Nicky werd een dag later, op 11 augustus 1998, omstreeks 21.00 uur in een sparrenperceel op de Brunssummerheide gevonden, ongeveer een kilometer verwijderd van ‘De Heikop’.

Het procesverloop

Na ruim twintig jaar, waarin diverse DNA-onderzoeken en andere onderzoekshandelingen zijn verricht, is de verdachte op 26 augustus 2018 aangehouden in Spanje. Daarna is hij op 6 september 2018 op verzoek van de Nederlandse autoriteiten vanuit Spanje aan Nederland overgeleverd.
In 2022 veroordeelde het gerechtshof de verdachte tot 16 jaar gevangenisstraf wegens doodslag, ontucht, vrijheidsberoving en het bezit van kinderporno. De verdachte heeft tegen deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte heeft meerdere cassatieklachten ingediend en de Hoge Raad gevraagd de uitspraak van het hof te vernietigen. De cassatieklachten richten zich tegen de bewezenverklaring en motivering van de doodslag, ontucht en vrijheidsberoving en tegen de afwijzing van het verzoek om door een deskundige nader DNA-onderzoek te laten verrichten naar de vraag of de DNA-sporen betekenen dat de verdachte ontucht heeft gepleegd met Nicky. Bovendien beargumenteert de advocaat ook in cassatie dat het OM niet-ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte voor het bezit van kinderporno, omdat de verdachte voor dat delict niet is overgeleverd aan Nederland.

Daarnaast hebben de benadeelde partijen (de ouders van Nicky) cassatieklachten ingediend die zich richten tegen de afwijzing van de vergoeding van de door hen gemaakte reiskosten.

Advies AG

Doodslag
Het hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte Nicky opzettelijk van het leven heeft beroofd. Het hof heeft bij afwezigheid van één duidelijk aanwijsbare doodsoorzaak twee mogelijke oorzaken van het overlijden van Nicky vastgesteld: 1) verstikking, al dan niet in combinatie met 2) een stressreactie. Het hof heeft bewezen verklaard dat Nicky door verstikking om het leven is gebracht. Een (uitsluitend) stress-gerelateerd overlijden heeft het hof echter niet met zoveel woorden uitgesloten.

Volgens de AG staat in cassatie de vraag centraal of het overlijden van Nicky, gelet op de feiten die het hof heeft vastgesteld, kan worden toegerekend aan de door de verdachte uitgevoerde verstikkingshandelingen.

De AG wijst er in zijn advies op dat indien over de precieze doodsoorzaak onzekerheid bestaat dit, volgens rechtspraak van de Hoge Raad, niet hoeft te leiden tot het oordeel dat de dood van Nicky daarom niet meer redelijkerwijs aan (verstikking van Nicky door) de verdachte kan worden toegerekend. Voor het redelijkerwijs toerekenen van de dood van Nicky aan (verstikking door) de verdachte is ten minste vereist dat wordt vastgesteld dat deze handeling een onmisbare schakel kan hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot Nicky’s dood hebben geleid, en ook dat aannemelijk is dat de dood van Nicky met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid is veroorzaakt door verstikking. Het hof heeft volgens de AG voldoende gemotiveerd dat de doodsoorzaak niet uitsluitend stress-gerelateerd is en dat Nicky’s dood redelijkerwijze kan worden toegerekend aan een door de verdachte uitgevoerde verstikkingshandeling.

Het hof heeft een uitdrukkelijke keuze gemaakt tussen drie mogelijke vormen van verstikking: 1) verwurgen, 2) smoren of 3) het samendrukken van de borstkas. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte door toepassing van variant 2, ‘smorend geweld’ op of tegen het hoofd, Nicky van het leven heeft beroofd. Daarbij heeft het hof ook twee zaken uit 1984 en 1985 betrokken waarin de verdachte op soortgelijke wijze, namelijk door het onverwacht vastpakken, een hand voor de mond houden en stevig in bedwang houden, ontucht pleegde met drie jonge jongens. Anders dan bij Nicky werd het ‘smoren’ deze jongens echter niet fataal en hebben deze jongens niet verklaard dat zij geen adem meer konden halen. De AG ziet zich voor de vraag gesteld of het hof zijn keuze dat Nicky door ‘smorend geweld’ om het leven is gebracht, voldoende heeft onderbouwd. De AG beantwoordt deze vraag ontkennend, maar dit hoeft volgens hem niet te leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. Het hof was namelijk niet gehouden een keuze te maken tussen de verschillende vormen van verstikking.

Ook de cassatieklachten over het bewijs van het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte op de dood van Nicky slagen volgens de AG niet. Doordat verstikking een geleidelijk proces is, moet de verdachte hebben geweten dat de kans op het overlijden van Nicky toenam naarmate de verstikking langer duurde. De bewezenverklaring van doodslag kan dan ook in stand blijven.

Ontucht, nader onderzoek en vrijheidsberoving
Er zijn meerdere DNA-sporen van de verdachte aangetroffen op de pyjamabroek, de binnen- en buitenkant van de onderbroek en op het lichaam van Nicky. Deze sporen wijzen er volgens het hof op dat de verdachte Nicky met een seksueel motief heeft betast. De door de verdediging geschetste mogelijkheid dat het DNA op een andere, onschuldige, wijze op het lichaam en de kleding van Nicky is terechtgekomen, en dat het DNA vervolgens door contaminatie is verspreid, heeft het hof niet aannemelijk geacht. Ook dit oordeel is volgens de AG voldoende gemotiveerd. In het verlengde daarvan heeft het hof ook kunnen beslissen dat nader DNA-onderzoek naar de betekenis van de sporen niet noodzakelijk was. Ook vindt de AG dat het hof het bewijs van de vrijheidsberoving uit het bewijs heeft kunnen afleiden, zodat de daartegen gerichte cassatieklachten niet slagen.

Bezit kinderporno
Het hof heeft de verdachte tevens veroordeeld voor het bezit van kinderporno. Op de computer van de verdachte zijn honderden afbeeldingen van kinderporno aangetroffen. Het bewijs daarvan wordt in cassatie niet aangevochten: de verdachte heeft bekend dat hij afwist van de beelden en dat hij daar op enig moment ook actief naar heeft gezocht. In cassatie wordt wel geklaagd over de afwijzing van het verweer van de verdediging dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van dit strafbare feit. Dat verweer is erop gebaseerd dat het verzoek tot overlevering van de verdachte van Spanje naar Nederland uitsluitend betrekking had op de verdenking van de misdrijven jegens Nicky en dat daarbij geen melding is gemaakt van de verdenking van het bezit van kinderporno. Volgens de AG heeft het hof het verweer van de verdediging op juridisch juiste en niet onbegrijpelijke gronden afgewezen.

Schadevergoeding ouders van Nicky
Het hof heeft de vordering tot schadevergoeding van de ouders van Nicky toegewezen tot een bedrag van bijna 4.000 euro. Zij hebben ook vergoeding verzocht van de door hen gemaakte reiskosten. Het hof heeft dit gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing kan volgens de AG ook in stand blijven.

De AG adviseert de Hoge Raad dat de veroordeling van Jos B. in de zaak van Nicky Verstappen wegens vrijheidsberoving, ontucht en doodslag in stand kan blijven. Dat geldt ook voor de veroordeling wegens het bezit van kinderporno. In verband met de duur van de procedure adviseert de AG de opgelegde gevangenisstraf volgens de gebruikelijke maatstaf te verminderen.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 26 september 2023.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2023:555