Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling wegens ‘brandmoord’ op garagehouder in Breda kan in stand blijven

10 januari 2023

De veroordeling van een man wegens de moord op een garagehouder door hem in brand te steken in Breda in april 2019 kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Aben de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

Op 8 april 2019 had de garagehouder – het latere slachtoffer – een afspraak met twee mannen, die auto-onderdelen zouden ophalen. Deze mannen bonden het slachtoffer met tiewraps en ducttape vast op een stoel en plakten zijn ogen dicht. Na enige tijd werd de tape van zijn ogen gehaald en zag het slachtoffer de verdachte. De personen die hem hadden vastgebonden waren inmiddels weg. De verdachte vertelde dat hij het slachtoffer in brand zou gaan steken en goot steeds een beetje wasbenzine over hem heen. Dat goot hij ook in het kantoortje van de garage. Daarna gooide hij brandende lucifers richting het slachtoffer. Het slachtoffer overleed enkele uren na de brand. Hij heeft nog kunnen verklaren wat er was gebeurd en wie hem in brand had gestoken. Aan het plegen van de moord zou een ruzie over geld ten grondslag liggen.

Het gerechtshof legde een gevangenisstraf op van dertig jaar. De verdachte stelde van deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaten van de verdachte vragen de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen. In cassatie wordt onder meer geklaagd over de strafoplegging. De verdediging geeft daarbij aan dat het hof is afgeweken van het standpunt van de verdediging op de zitting dat onmiddellijke behandeling van de verdachte gezien zijn klachten geboden is. Er is daarom bepleit om verdachte te laten opnemen. Desondanks heeft het hof een ‘kale’ gevangenisstraf opgelegd.

Advies AG

Door de verdachte is op de zitting bij het hof uitdrukkelijk en indringend aangevoerd dat de verdachte hulp nodig heeft bij zijn (ernstige) mentale problemen en dat hij opgenomen wil worden. Het hof heeft de verdachte volledig toerekeningsvatbaar geacht. De verdachte heeft geweigerd om mee te werken aan een onderzoek naar een psychische stoornis. Er zijn, onder meer uit een eerdere strafzaak, echter wel een aantal rapporten over de verdachte bekend. In de rapporten komen de deskundigen echter niet tot een eenduidige diagnose. Dat leidde ertoe dat het hof onvoldoende aanknopingspunten aanwezig vond om vast te stellen dat er bij de man sprake is van een psychische stoornis die op de een of andere manier heeft doorgewerkt bij het plegen van de moord. In de ogen van de AG is het niet onbegrijpelijk dat het hof niet heeft willen overgaan tot de oplegging van tbs met dwangverpleging. Het standpunt van de verdediging dat verdragsverplichtingen in de weg staan aan het ‘kaal’ opsluiten van een persoon die geestelijke gezondheidszorg behoeft gaat volgens de AG niet op. Hierbij wordt volgens de AG over het hoofd gezien dat een dergelijke situatie zich nu niet voordoet. Elke gedetineerde heeft in Nederland aanspraak op geestelijke gezondheidszorg die gelijkwaardig is aan de gezondheidszorg in de vrije samenleving, passend binnen de beperkingen die inherent zijn aan de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf.

De cassatieklachten over de strafoplegging slagen in de visie van de AG niet. De opgelegde gevangenisstraf kan daarom in stand blijven.

Omdat het hof bij de oplegging van gijzeling met betrekking tot de schadevergoedingsmaatregel de bij wet bepaalde totale maximale duur daarvan heeft overschreden, adviseert de AG de Hoge Raad de uitspraak alleen op dat punt te vernietigen en aan te passen.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 21 februari 2023.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2023:21