Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling gemeenteraadslid Bloemendaal wegens schending ambtsgeheim in stand laten

31 mei 2022

De veroordeling van een vrouw, tevens lid van de gemeenteraad Bloemendaal, wegens het opzettelijk schenden van een geheim waarvan zij wist dat zij dit als raadslid van de gemeente Bloemendaal verplicht was te bewaren, kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Hofstee de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

De verdachte kreeg als gemeenteraadslid inzage in het zogenoemde intern dossier over intimidaties van de eigenaren van landgoed Elswouthoek. Een afschrift van dit dossier werd haar, zo heeft het gerechtshof vastgesteld, onder geheimhouding verstrekt. De verdachte was het niet eens met de aan haar opgelegde verplichting tot geheimhouding en heeft de stukken aan derden ter inzage gegeven en op een openbare website geplaatst. De toenmalige burgemeester van de gemeente Bloemendaal heeft hiervan aangifte gedaan. Het gerechtshof heeft de verdachte in hoger beroep wegens het opzettelijk schenden van een geheim veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 40 uren. De verdachte stelde beroep in cassatie in tegen deze uitspraak.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de uitspraak van het gerechtshof te vernietigen. In cassatie wordt erover geklaagd dat het gerechtshof heeft miskend dat het besluit waarbij aan de verdachte de verplichting tot geheimhouding is opgelegd niet rechtsgeldig tot stand is gekomen. Ook heeft het hof volgens de advocaat van de verdachte niet goed gezien dat de bekrachtiging van de opgelegde geheimhoudingsverplichting is uitgebleven. Ten slotte wordt namens de verdachte aangevoerd dat zij niet opzettelijk een geheim heeft geschonden, maar dat zij dacht dat er geen geldige plicht tot geheimhouding was.

Advies AG

De AG is het niet met de advocaat van de verdachte eens. Volgens de AG heeft het hof op basis van de vastgestelde feiten en omstandigheden kunnen komen tot een veroordeling van de verdachte voor het opzettelijk schenden van een ambtsgeheim. De AG is van mening dat in het kader van de strafzaak niet van doorslaggevend belang is of het besluit tot geheimhouding overeenkomstig de bestuursrechtelijke (procedure)voorschriften tot stand is gekomen. De AG vindt dan ook dat de veroordeling in stand kan blijven.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 12 juli 2022.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2022:421