Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling van verdachte van liquidatie in IJsselstein in 2016 kan in stand blijven

8 maart 2022

Eerste zaak die aan de Hoge Raad wordt voorgelegd over de rechtmatigheid van gebruik voor het bewijs van zogenoemde Ennetcom-data uit versleutelde telefoons

De veroordeling van een verdachte wegens het medeplegen van de liquidatie van een man op 17 april 2016 in IJsselstein kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Harteveld de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. Het gerechtshof gebruikte bij de veroordeling zogenoemde PGP-berichten van ontsleutelde Blackberry-telefoons van dienstverlener Ennetcom voor het bewijs. Deze zaak is de eerste zaak waar in cassatie de vraag aan de orde is of het gebruik voor het bewijs van deze ‘Ennetcomdata’ rechtmatig is.

De zaak

Op 17 april 2016 werd een man op klaarlichte dag geliquideerd, in een woonwijk in IJsselstein, terwijl zijn dochtertje naast hem in de auto zat. De verdachte werd in de nabijheid van de plaats delict aangehouden. Kort na zijn aanhouding werden BlackBerrytelefoons aangetroffen. De Blackberry 's waren omgebouwd en konden alleen PGP-berichten versturen. Ennetcom was de Nederlandse dienstverlener voor deze PGP-communicatie. PGP (pretty good privacy) is een dienst voor versleutelde communicatie.

De rechtbank veroordeelde de verdachte en zijn medeverdachte tot gevangenisstraffen van 20 jaar. De rechtbank heeft bij de veroordelingen niet de Ennetcom-data kunnen betrekken omdat de inbeslaggenomen Blackberry-telefoons in die procedure nog niet konden worden ontsleuteld. In hoger beroep zijn de berichten wel ingebracht. Deze waren tijdens de beroepsprocedure aangetroffen op een inmiddels in beslag genomen server van Ennetcom in Canada. Deze inbeslagneming kon plaatsvinden na een rechtshulpverzoek aan Canada in andere onderzoeken maar de data zijn door het OM ook ingebracht in deze zaak. Het hof oordeelde mede op basis van deze Ennetcom-data dat verdachten de daders waren van de schietpartij. Het gerechtshof legde gevangenisstraffen van 22 jaar op. Tegen deze uitspraak van het gerechtshof stelde de verdachte beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. De medeverdachte deed dat niet, zijn veroordeling is dan ook onherroepelijk.

Cassatie(middelen)

In cassatie staat de rechtmatigheid van het verkrijgen en voor het bewijs gebruiken van de Ennetcom-data centraal.

Advies AG

Er zijn door de verdediging onder meer cassatieklachten ingebracht over de rechtmatigheid van de inbeslagname van de data in Canada en de rechtmatigheid van het handelen van de rechter-commissaris in Nederland. De AG is van mening dat deze cassatieklachten niet slagen. De verkrijging van de data door de Canadese overheid en de overdracht aan Nederland waren in zijn visie rechtmatig en het hof heeft deze data in dit geval ook mogen gebruiken voor het bewijs. Verder is de verdediging het er niet mee eens dat zij geen inzage of afschriften hebben gekregen van alle Ennetcom-data. Volgens de AG is het niet verlenen van inzage in of afschrift van alle Ennetcom-data aan de verdediging niet onrechtmatig. De AG bespreekt in zijn advies op dit punt relevant (EHRM-)recht en oordeelt dat hieruit geen recht op kennisneming als door de verdediging is verzocht, kan worden afgeleid.

De AG vindt dan ook dat de veroordeling en de opgelegde straf in stand kunnen blijven.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 19 april 2022.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2022:219