Veroordeling wegens ‘caravanmoord’ in Meerlo blijft in stand

20 december 2022

De veroordeling van een man wegens doodslag op de ex-man van zijn vriendin, brandstichting en drugsbezit in januari 2019 in Meerlo, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

In de nacht van 23 op 24 januari 2019 bleek op camping ‘t Karrewiel te Meerlo een caravan in brand te staan. Na het blussen van die brand werd in de caravan het lichaam van een man, naar later bleek de bewoner van de caravan, aangetroffen.

De verdachte is in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof veroordeeld voor onder meer doodslag (door verwurging) en het in brand steken van de caravan. Het gerechtshof veroordeelde hem tot twaalf jaar gevangenisstraf. Daarnaast moest de man aan de nabestaanden van het slachtoffer een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 51.000 euro. De verdachte stelde tegen deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)

De advocaten van de verdachte vroegen de Hoge Raad de uitspraak van het gerechtshof te vernietigen. In cassatie werd onder meer geklaagd over de bewezenverklaring van doodslag. Het opzet zou niet uit het bewijs kunnen worden afgeleid. Ook heeft het hof het beroep op noodweer(exces) volgens de verdediging ten onrechte en niet begrijpelijk verworpen.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt – overeenkomstig de conclusie van de advocaat-generaal - dat deze cassatieklachten niet slagen. Hij heeft deze klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat ze niet tot vernietiging kunnen leiden en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen.

Omdat het hof bij de oplegging van gijzeling met betrekking tot de schadevergoedingsmaatregel de bij wet bepaalde totale maximale duur daarvan heeft overschreden, heeft de Hoge Raad de uitspraak alleen op dat punt vernietigd en aangepast.

Publicatie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2022:1907