Jaarverslag 2020: Het jaar 2020 belichtte de vitale functie van de rechtspraak in de samenleving

6 april 2021

Hoge Raad presenteert het jaarverslag 2020

Vandaag brengt de Hoge Raad het jaarverslag over 2020 uit. Daarin wordt verslag gedaan van de taakvervulling van de Hoge Raad in 2020.

Als gevolg van de gezondheidscrisis werd de rechtspraak in 2020 met nieuwe dringende vragen geconfronteerd, een duidelijke illustratie van de vitale functie die de rechtspraak in de samenleving heeft. Vragen als ‘Mag een rechter wegens de coronamaatregelen ermee volstaan iemand in zijn zaak alleen telefonisch te horen?’ en ‘Mag een rechter die in quarantaine is thuis online meedoen aan de behandeling en een beslissing van een zaak samen met twee rechters in het gerechtsgebouw?’ bereikten de Hoge Raad. Die zaken zijn met voorrang behandeld om de rechtspraktijk zo spoedig mogelijk duidelijkheid te bieden. Het jaarverslag bevat een samenvatting van de uitspraken van de Hoge Raad die verband houden met de coronamaatregelen.

In 2020 heeft de Hoge Raad ook veel andere uitspraken gedaan. De Hoge Raad is de hoogste rechter in het Koninkrijk op het gebied van civiele zaken, strafzaken en belastingzaken. Elk jaar, dus ook in dít jaarverslag, wordt ingegaan op de kerntaken van de Hoge Raad op het gebied van rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming. Geen van deze kerntaken kan afzonderlijk goed worden vervuld zonder aandacht voor de andere. In de rubrieken Civiele zaken, Strafzaken en Belastingzaken worden enkele uitspraken belicht die belangrijk zijn geweest voor de rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming of die anderszins maatschappelijk relevant zijn.

Ondanks de gezondheidscrisis heeft de Hoge Raad in 2020 veel van zijn werk kunnen voortzetten. Dat houdt voor een belangrijk deel verband met de goede digitale toegankelijkheid van de cassatierechtspraak. Procespartijen en rechtsbijstandverleners kunnen digitaal procederen in alle drie de rechtsgebieden. De Hoge Raad heeft een uitgebreid digitaal kenniscentrum. De overgang van werken in het gebouw van de Hoge Raad naar vrijwel volledig thuiswerken vanaf maart 2020 verliep relatief goed. De openbaarheid van de cassatierechtspraak is steeds gewaarborgd.

In het jaarverslag wordt verder aandacht besteed aan een optimale informatie-uitwisseling tussen de wetgevende macht, de uitvoeringsinstanties en de rechtspraak. In dat kader worden ook de arresten besproken waarin de Hoge Raad in 2020 een signaal aan de wetgever heeft gegeven. Deze signalen zijn juridisch-technische knelpunten in wetgeving die de Hoge Raad bij de behandeling van zaken tegenkomt. Sinds 2017 maakt de Hoge Raad hiervan melding in zijn jaarverslag.

Het jaarverslag gaat ook over het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. In 2020 zijn door de advocaten-generaal bij het parket weer veel juridische adviezen aan de Hoge Raad, zogenoemde conclusies, gegeven die van belang zijn geweest voor de afdoening van zaken. Ook heeft de procureur-generaal invulling gegeven aan zijn wettelijke bijzondere taken, zoals het doen van onderzoek naar afgesloten strafzaken met het oog op een mogelijke herzieningsaanvraag. Ook heeft de procureur-generaal toezichthoudende taken: disciplinair toezicht ten aanzien van rechters, thematisch toezicht in relatie tot het Openbaar Ministerie en toezicht op de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) voor de gehele rechtspraak.

Uiteraard worden in het jaarverslag ook productie- en personele cijfers weergegeven.