Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling wegens moord in Molenschot in stand laten

1 december 2020

De veroordeling voor de moord op een 27-jarige man in Molenschot in de zomer van 2015 kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Aben de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

Op 17 augustus 2015 werd een 27-jarige man in Molenschot op gewelddadige wijze om het leven gebracht. Het gerechtshof stelde vast dat tussen de verdachte en het slachtoffer nabij de vliegbasis Gilze-Rijen een ontmoeting heeft plaatsgevonden. De verdachte heeft vervolgens met een vuurwapen meerdere keren op het ongewapende slachtoffer geschoten en hem, na een korte achtervolging, terwijl het slachtoffer weerloos en gewond op de grond lag, van dichtbij twee maal van achter door het hoofd geschoten. Daarna heeft de verdachte het lichaam van het slachtoffer naar de kant van de weg gesleept en hem daar in de berm achtergelaten. Het gerechtshof oordeelde dat de verdachte het slachtoffer met voorbedachte raad heeft gedood en legde hem wegens moord een gevangenisstraf op van 22 jaar. Een door de verdachte geschetst alternatief scenario heeft het hof terzijde geschoven. In dat alternatief scenario zou hij samen met iemand anders in Molenschot zijn geweest. Die andere persoon had een afspraak met het latere slachtoffer. Tijdens die afspraak wachtte de verdachte op een bankje tot hij ineens schoten hoorde. Het hof vond het alternatief scenario ongeloofwaardig. Daarvoor vond het hof onvoldoende ondersteunend bewijs aanwezig, kwam het scenario pas na de veroordeling door de rechtbank en het instellen van hoger beroep naar voren en heeft de verdachte niet willen zeggen wie die ander dan is. Tegen de uitspraak van het hof stelde de verdachte beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(middelen)

In de cassatieprocedure vragen de advocaten van de verdachte de Hoge Raad de veroordeling te vernietigen. Er wordt onder meer geklaagd over de afwijzing van het verzoek om een humanistisch geestelijk verzorger, verbonden aan de penitentiaire inrichting, te horen. Ook het bewijs van voorbedachte raad zou volgens de advocaten tekortschieten.

Advies AG

De AG is van mening dat de eerstgenoemde klacht niet slaagt. De verdediging heeft het verzoek gedaan om deze getuige te horen ter onderbouwing van het alternatieve scenario. Het hof heeft volgens de AG volkomen begrijpelijk en glashelder gemotiveerd waarom het alternatieve scenario als ongeloofwaardig terzijde moet worden gesteld. Daarin ligt besloten dat het hof het horen van de getuige dan ook niet noodzakelijk heeft gevonden voor zijn beslissing.

Ook de klacht over de voorbedachte raad slaagt in de visie van de AG niet. het hof heeft geoordeeld dat de verdachte gelegenheid heeft gehad na te denken over zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Er zijn geen contra-indicaties aannemelijk geworden. Uit het gebruikte bewijs komt naar voren dat het hof er vooral belang aan heeft gehecht dat de verdachte niet heeft gehandeld in een opwelling. Het hof heeft daarover vastgesteld dat getuigen voorafgaand aan het schieten geen geschreeuw of geruzie hebben gehoord dat zou duiden op een emotioneel conflict tussen verdachte en het slachtoffer. Ook is er tot drie keer toe met tussenpozen van ongeveer een halve minuut tot een minuut op het ongewapende en wegrennende slachtoffer geschoten. In dit geval heeft het hof dan ook kunnen oordelen dat sprake is van voorbedachte raad en is dit volgens de AG ook voldoende gemotiveerd.

De AG adviseert de Hoge Raad dan ook de veroordeling in stand te laten.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 2 februari 2021.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Uitspraken op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2020:1123