Advies AG aan Hoge Raad: veroordeling voor onder meer pogingen tot doodslag in Putten in stand laten

19 mei 2020

De veroordeling van een man wegens onder meer pogingen tot doodslag in Putten op 9 juni 2017 kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Bleichrodt de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.

De zaak

De verdachte en zijn vriendin gebruikten op 9 juni 2017 amfetamine en wodka. Deze middelen hebben ertoe geleid dat zij waangedachten kregen. Zij verkeerden in de veronderstelling dat hun medebewoners hen iets wilden aandoen. De man stichtte daarop brand in hun kamer om zo voor hem en zijn vriendin een afleidingsmanoeuvre te creëren om de woning ongemerkt te kunnen ontvluchten. In de woning waren op dat moment ook andere bewoners aanwezig. Op hun vlucht uit de woning heeft de man een ruit ingeslagen en een autoruit bekrast. Zij zochten vervolgens naar hulp door te proberen auto’s tot stilstand te brengen. Op enig moment passeerde toevallig een man met zijn destijds 15-jarige dochter met de auto. Deze man wilde het stel wel naar het politiebureau brengen. De verdachte begon tijdens de autorit opeens met veel geweld met een mes op de man in te steken. De dochter van de man probeerde de verdachte tegen te houden waarna de verdachte ook herhaaldelijk op haar probeerde in te steken. Het mannelijke slachtoffer raakte zwaargewond. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 3 jaar gevangenisstraf; in hoger beroep kreeg hij 6 jaar gevangenisstraf opgelegd. De verdachte stelde beroep in cassatie in.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de veroordeling te vernietigen. Hij klaagt over het oordeel van het hof dat de verdachte bij zijn gebruik van amfetamine in combinatie met wodka de kans op een psychose en het handelen dat daaruit kan voortvloeien, heeft kunnen voorzien en dat de feiten daarom aan hem (verminderd) kunnen worden toegerekend. Volgens de advocaat van de verdachte is dit oordeel van het hof dat de verdachte niet volledig ontoerekeningsvatbaar is juridisch niet juist en ook niet voldoende gemotiveerd.

Standpunt AG

De AG is van mening dat deze cassatieklacht niet slaagt. Het hof heeft geoordeeld dat de strafbare feiten aan de verdachte kunnen worden toegerekend omdat de opgetreden psychose/paranoïde waan aan hemzelf te wijten is geweest door het vrijwillig gebruik van harddrugs in combinatie met alcohol. De verdachte had vaker amfetamine gebruikt en wist dat dit gebruik effect had op zijn psychische toestand, hij wist ook dat amfetamine een harddrug is en dat het gebruik van alcohol tot agressie kan leiden. Het hof heeft hieruit dan ook kunnen afleiden dat de verdachte wist dat het gebruik van (een combinatie van) deze middelen kon leiden tot riskant gedrag richting derden. Het oordeel van het hof dat de feiten in dit geval (verminderd) aan de verdachte kunnen worden toegerekend is volgens de AG juridisch juist en voldoende gemotiveerd. De AG adviseert de Hoge Raad dan ook de veroordeling in stand te laten.

In verband met de duur van de procedure adviseert de AG de Hoge Raad de opgelegde straf iets te verlagen.

Uitspraak Hoge Raad

De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 30 juni 2020.

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Conclusie op rechtspraak.nl

ECLI:NL:PHR:2020:483