Veroordeling voor smaad door publicatie boek rond moord Marianne Vaatstra definitief

2 juni 2020

De veroordeling voor smaad door publicatie van een omstreden boek rond de moord op Marianne Vaatstra blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Het gaat in deze zaak om de vervolging en veroordeling van een verdachte wegens smaadschrift naar aanleiding van een boek dat hij samen met zijn medeverdachte heeft geschreven en in 2014 heeft gepubliceerd. Met dat boek, getiteld ‘Het verboden dagboek van Maaike Vaatstra’ heeft de verdachte naar eigen zeggen de misstanden en de werkelijke toedracht rondom de moord van Marianne Vaatstra aan het licht willen brengen. Volgens het boek is Marianne Vaatstra niet verkracht en vermoord door Jasper S., die daarvoor onherroepelijk is veroordeeld, maar door asielzoekers in een caravan die toebehoorde aan de aangever op het terrein van het Asielzoekerscentrum te Kollum en waarin de moord zou zijn gepleegd. Volgens de verdachte zit de verkeerde persoon vast voor de moord op Marianne Vaatstra en heeft het Openbaar Ministerie dat in de doofpot gestopt. Naast het feit dat de aangever met voor- en achternaam in het boek in verband wordt gebracht met de moord, wordt hij ook neergezet als een leugenachtige handelaar van gestolen goed, waaronder wapens, en als een producent van pornofilms.

In de strafzaak heeft de verdachte betoogd dat hem een beroep op een wettelijke rechtvaardigingsgrond toekomt. Dat wil zeggen dat hij te goeder trouw de overtuiging mocht zijn toegedaan dat de beschuldigingen die in het boek zijn geuit waar zijn en dat het in het algemeen belang was deze misstanden bekend te maken. Om dat standpunt kracht bij te kunnen zetten heeft de verdachte verzocht in de strafzaak tegen hem een aantal getuigen te doen horen: met die getuigen wilde hij zijn gelijk aantonen. Dat getuigenverzoek is door het hof afgewezen. Ook het beroep op de rechtvaardigingsgrond is door het hof verworpen omdat de verdachte volgens het hof volstrekt lichtzinnig is afgegaan op de mededelingen van zijn medeverdachte en er niet zo maar van had mogen uitgaan dat wat hij schreef waar was. Ook het algemeen belang wordt volgens het hof niet gediend met zijn beschuldigingen. De verdachte is door het hof veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden. De verdachte stelde beroep in cassatie in.

Cassatie(klachten)

In cassatie wordt vooral geklaagd over de afwijzing van het getuigenverzoek door het hof.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de cassatieklachten niet slagen. De Hoge Raad heeft de klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat deze ongegrond zijn en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen.

Met de uitspraak van de Hoge Raad is de veroordeling en de opgelegde gevangenisstraf definitief.

Uitspraak op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2020:981