Humanistisch en boeddhistisch geestelijk verzorger in penitentiaire inrichting hebben verschoningsrecht (moordzaak Axel)

7 januari 2020

De veroordeling van een man wegens het medeplegen van poging tot afpersing en moord op een 86-jarige man op 23 oktober 2012 in Axel blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij in de nacht van 23 oktober 2012 samen met een medeverdachte het bejaarde slachtoffer van 86 jaar oud heeft opgewacht in een park in Axel waar de man zijn hond uitliet. De man werd daar ernstig mishandeld en is vervolgens in de kofferbak van zijn eigen auto gelegd. Onderweg zijn beide verdachten op verschillende plekken gestopt en is de man op zeer gewelddadige wijze mishandeld met het doel zijn pincode te verkrijgen. Daarbij werd een deel van zijn oor afgesneden en is zijn wijsvinger achterover gedrukt. Uiteindelijk is het slachtoffer door vele messteken om het leven gekomen en is hij achtergelaten in een sloot. Daarna hebben de verdachten het huis van het slachtoffer doorzocht naar zijn pincode en zijn vergeefse pogingen gedaan om geld op te nemen.

Het gerechtshof vond onder meer bewezen dat de verdachte in kwestie zich schuldig heeft gemaakt aan moord. De verdachte werd veroordeeld tot 24 jaar gevangenisstraf. Hij stelde beroep in cassatie in. De medeverdachte is inmiddels onherroepelijk veroordeeld tot 15 jaar celstraf.

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de beslissing van het gerechtshof te vernietigen. Hij is onder meer van mening dat het gerechtshof ten onrechte aan twee - een humanistisch en een boeddhistisch - geestelijk verzorgers uit een penitentiaire inrichting het verschoningsrecht heeft toegekend. De medeverdachte zou aan beide verzorgers hebben verklaard dat hij de moord alleen zou hebben gepleegd. In de visie van de verdediging zijn beiden niet aan te merken als geestelijke en komt het wettelijke verschoningsrecht hen daarmee niet toe.

De Hoge Raad oordeelt dat deze cassatieklacht niet opgaat. Tot de beroepsbeoefenaren die op grond van de wet een verschoningsrecht hebben, behoren de arts, de advocaat en de notaris. Ook de geestelijke stand komt dat verschoningsrecht toe. Het oordeel van het gerechtshof dat de twee geestelijk verzorgers die aan de penitentiaire inrichting zijn verbonden, gelet op de aard en de inhoud van hun functie, een verschoningsrecht hebben, acht de Hoge Raad juist. Ook de andere cassatieklachten leiden niet tot vernietiging van de uitspraak.

Met het oordeel van de Hoge Raad is de veroordeling van de verdachte definitief.

Uitspraken op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2020:6