Veroordeling wegens moord op ex-vriendin in Waalwijk blijft in stand

7 januari 2020

De veroordeling van een man wegens de moord op zijn 28-jarige ex-vriendin op 10 augustus 2015 in Waalwijk blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

Het gerechtshof vond bewezen dat de man zijn ex-vriendin op de bewuste dag opzettelijk en met voorbedachte raad doodschoot en dat daarmee sprake was van moord. De verdachte wachtte de vrouw op bij het parkeerterrein van het ziekenhuis waar zij werkte. Hij reed haar klem, liep vervolgens naar haar auto en schoot meerdere malen op haar hoofd en haar nek. Een dag later meldde hij zich bij de politie. Volgens de verklaring van de verdachte was er geen sprake van voorbedachte raad en was hij eigenlijk van plan om zichzelf te doden voor de ogen van zijn ex-vriendin. Het gerechtshof oordeelde echter dat uit onder meer getuigenverklaringen bleek dat hij wel degelijk met een vooropgezet plan handelde toen hij zijn ex doodschoot. Het gerechtshof veroordeelde de verdachte tot 12 jaar gevangenisstraf en tbs. De verdachte stelde beroep in cassatie in.

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de beslissing van het gerechtshof te vernietigen. Hij is onder meer van mening dat het hof de voorbedachte raad niet voldoende heeft gemotiveerd omdat de verdachte zich vanwege zijn psychische gesteldheid niet heeft kunnen beraden op het genomen besluit de vrouw om het leven te brengen.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de verdachte verworpen. De Hoge Raad heeft de klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat het cassatieberoep ongegrond is en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproept.

Met het oordeel van de Hoge Raad is de veroordeling van de verdachte definitief.

Uitspraken op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2020:4