Veroordeling voor doodschieten ex-vriendin in Hoofddorp blijft in stand

8 december 2020

De veroordeling van een verdachte wegens het doodschieten van zijn ex-vriendin in Hoofddorp op 22 juni 2015 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak

Op 22 juni 2015 werd de vrouw in Hoofddorp door schoten om het leven gebracht door haar ex-vriend, die door het Openbaar Ministerie (OM) hiervoor is vervolgd. Het hof heeft aangenomen dat het doodschieten met voorbedachte raad is gebeurd en dat daarmee sprake is van moord.
Tussen de verdachte en het slachtoffer waren in verband met de beëindiging van hun relatie problemen en spanningen ontstaan. Het hof stelde vast dat de verdachte aan het begin van de avond met een geladen vuurwapen in zijn auto naar de woning van het slachtoffer is gereden en achter haar woning, vanaf zeer korte afstand, meerdere schoten op haar lichaam heeft afgevuurd waaronder een schot door haar achterhoofd. De toen negenjarige dochter van het slachtoffer zat op dat moment thuis op haar moeder te wachten. De verdachte is na het schieten weggelopen, in zijn auto gestapt en weggereden. Het hof legde een gevangenisstraf op van zestien jaar. De verdachte stelde tegen deze uitspraak beroep in cassatie in.

Cassatie(klachten)

De advocaat van de verdachte vraagt de Hoge Raad de veroordeling te vernietigen. Hij klaagt onder meer over de bewezenverklaarde voorbedachte raad en dat het hof het beroep op noodweer ten onrechte heeft verworpen.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat deze cassatieklachten niet slagen. Hij heeft de klachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan omdat deze ongegrond zijn en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen.

Met de uitspraak van de Hoge Raad is de veroordeling wegens moord en de opgelegde gevangenisstraf van zestien jaar definitief.

Uitspraak op rechtspraak.nl

ECLI:NL:HR:2020:1962